Sedimentologisch onderzoek
in het Deltagebied
Bij de uitvoering van de Deltawerken is kennis
van de bodemopbouw in de omgeving van de
damtracés van groot belang om de stabiliteit
van de dammen en de mogelijke ontgronding
in de sluitgaten te kunnen berekenen. Op
enige afstand van de tracés is kennis van de
bodemsamenstelling noodzakelijk met het oog
op bijvoorbeeld de vaststelling van zandwin-
plaatsen, en de bepaling van de zuigbaarheid
van het bodemmateriaal. Daarom wordt in het
Deltagebied op uitgebreide schaal bodem
onderzoek verricht door middel van boringen
en sonderingen.
Veelal bestaat dit onderzoek in de kartering
van de bestaande grondeigenschappen, dus
de interpretatie en classificatie van de boor-
en sondeergegevens en het samenstellen van
overzichtsprofielen. Inzicht in de mechanis
men die bij de sedimentatie in de zeegaten
een rol spelen, is daarbij onontbeerlijk. Maar
dit inzicht opent ook de mogelijkheid, voor
spellingen te doen omtrent de aard van het
sedimentatiemateriaal, dat na de afsluiting der
zeegaten in hun mondingsgebied zal worden
afgezet. Immers, de veranderingen in het golf
en stromingsregime zeewaarts van de Delta-
dammen hebben veranderingen in de sedi
mentbeweging tot gevolg, die tot uitdrukking
komen niet alleen in herschikking maar ook
in de samenstelling van het bodemmateriaal.
De uitkomst van deze processen bepaalt de
mogelijke beslibbing van stranden, alsook de
erodeerbaarheid van afzettingen in suatie-
geulen en is van belang voor de bestemming
van de buitendijkse gronden.
De sedimentbeweging wordt beheerst door de
beweging van het water. In de getijwateren
is die beweging voornamelijk bepaald door de
getijbeweging, die onder meer wordt beïn
vloed door de doodtij-springtijvariatie en door
op- en afwaaiïng langs de kust. Daarnaast
kunnen in gebieden met verschillen in zout
gehalte ook dichtheidsverschillen hun effect
doen gevoelen. Door het samenspel van al
deze factoren treden er grote verschillen op
in de stroomsnelheid in een bepaald punt op
enige hoogte boven de bodem. Het bodem
sediment kan bovendien nog in beweging
worden gebracht door waterbeweging onder
invloed van golven. Bij sterke golfwerking kun
nen de watersnelheden vlak boven de bodem
hoge piekwaarden bereiken, waardoor veel
zand in suspensie kan worden gebracht. Dat
zand wordt dan veelal met de getijstromen
meegevoerd en op rustiger plaatsen weer
afgezet.
De effecten van de waterbeweging zijn her
kenbaar in de afgezette sedimenten. Het
onderzoek daarvan kan bijdragen tot een
beter begrip van de samenhang tussen water
en sedimentbeweging in het algemeen.
Zulk sedimentologisch onderzoek is verricht op
grond van grote aantallen gestoken boringen
in de zeegaten en estuaria, en daarnaast
vooral ook op grond van monsters uit de
bouwputten in het Haringvliet, waar grote
ontgravingen voorhanden waren van originele
getijde-afzettingen. In beide gevallen beperkte
men zich tot afzettingen beneden L.W.
Men werkte bij dit onderzoek veel met lak-
profielen. Op een verticaal afgestoken bodem
profiel wordt een laag lak aangebracht, die
enige millimeters in het sediment doordringt,
maar niet in alle sedimentsoorten even ver.
De mate van indringing varieert overeenkom
stig zeer kleine verschillen in het poriën-
gehalte van het sediment. Na harding wordt
het lakprofiel van de onderzochte doorsnede
verwijderd, en dan is de interne gelaagdheid
van het sediment zichtbaar.
Men kan drie sedimenttypen onderscheiden;
elk type treedt op bij een bepaalde snelheid
van de waterbeweging op een halve meter
boven de bodem, en wel zo:
type 1 treedt op bij stroomsnelheden van
meer dan 1 m per seconde,
type 2 bij snelheden tussen 0,6 en 1 m/sec, en
type 3 bij snelheden kleiner dan 0,6 m/sec.
Op te merken valt, dat de uitwerking van de
golfbeweging in de onderzochte sedimenten
nauwelijks viel aan te tonen. De golven blijken
het sediment alleen op te wervelen; de afzet
ting van dit opgewervelde materiaal geschiedt
onder invloed van stromend water.
505