gebouw worden begonnen, terwijl overigens
de gehele haven voor gebruik gereed ligt.
Voor wat betreft de inrichting van het gebouw
wordt volstaan met het volgende. Het gebouw
dat inwendige afmetingen heeft van 85 m bij
22 m is opgedeeld in een garnalenhal met een
oppervlak van 525 m2 en een zeevishal met
een oppervlak van 785 m2. De grootte van
beide hallen is afgestemd op de verwachte
aanvoer gedurende de eerste jaren, die ech
ter aan grote veranderingen onderhevig kan
zijn. De hal wordt in de breedte verdeeld door
een rij tussenkolommen. Het afvoertravee
heeft een breedte van 12 m, en het resterende
travee een breedte van 10 m. Door de aan-
voertravee over het gehele gebouw door te
voeren wordt een grote flexibiliteit bereikt, zo
dat het gebruik van de afslag in de toekomst
geheel kan worden aangepast aan de aanvoer
van de verschillende vissoorten. Doordat het
gebouw slechts 5 m van de kadewand staat,
kunnen de aangevoerde produkten in één han
deling vanaf de schepen in de hal worden
binnengebracht. De kisten met gesorteerde
vis of garnalen worden door elektrisch aange
dreven vorkheftrucks opgenomen en afge
voerd naar de onder een 5 m overkragende
luifel opgestelde vrachtwagens of ze worden
afgeleverd in de tegenover het visafslagge-
bouw door een aantal handelaren in te rich
ten gekoelde bedrijfsruimten om te worden
verpakt of op andere wijze voor onmiddellijke
verzending gereed gemaakt te worden.
De vishal wordt tot manshoogte betegeld, ter
wijl aan de vloer van de hal zelf als ook aan
de bestrating in de onmiddellijke omgeving
terwille van de hygiëne bijzondere eisen zijn
gesteld. Met behulp van een aantal afvoer-
:É«iSÊLSMAN
fcLAAT
GRONDEN BED'JKT. RESP BOVEN H W.
539