3Chts: meetpunt voor vloeistof erspanning g. 6. In het dijkprofiel aange- achte instrumentatie ten be- >eve van de proefneming Met al deze aanpassingen en voorzieningen ■nocht pas een week van te voren worden be- jonnen, om de kans op schade door storm te voorkomen. Desondanks kwamen de weer goden tussenbeide. Op 21 en 22 november torgde een storm voor een opwaaiing van .5 meter, zodat het talud boven normaal H.W. volledig werd overspoeld. Het was alleen aan :le kleibekleding te danken dat niet op nieuw aanpassingen behoefden te worden aangebracht. Wind en regen hielden nog tot 24 november aan. Toch moest, onder moeilijke mstandigheden, het meetprogramma worden fgewerkt, en moesten de laatste voorberei- ngen worden getroffen. De hulp van stu denten is daarbij wederom onmisbaar ge bleken. ntussen vorderde de zuiger sneller dan het irogramma toeliet, zo snel zelfs, dat hij aandagnacht al met de laatste van de ie geplande sneden begon. In de glooiing htergebleven stenen veroorzaakten daarbij chter zoveel moeilijkheden, dat de zuiger teindelijk pas woensdagmorgen, precies op et moment van H.W., zijn werk voltooide, oen het L.W. intrad om 13.15 uur - dat as eerder dan voorspeld, - was er nog geen nkel teken dat wees op de vorming van ;n diepe afschuiving. Wel waren veel schol- n van het verticale talud afgegleden. De ees groeide dat de afschuiving nog een tij op zich zou laten wachten, erger nog, at er dan inmiddels zoveel schollen zouden jn gevallen, dat het voortalud te flauw zou jn geworden voor een diepe afschuiving. e waarneming van 13.30 uur toonde echter otseling een flinke vervorming. Nauwelijks ad men zich dat gerealiseerd, of de gigan- sche moot grond stortte met veel geraas de VERPLAATSINGSMETER 0 0 0 WATERSP METER I GLIJVLAKMETER 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 41