auwersoog deed het aantal passagiers snel oenemen tot meer dan 100 000; mede gelet p de eerste resultaten van dit jaar mag /orden verwacht dat de groei zich nog zal oortzetten. Ook bij vergelijking met het ervoer naar andere Waddeneilanden blijkt de elatieve groei opvallend groot. De oorzaak van de toeneming moet worden jezocht in de verkorting die de reisduur leeft ondergaan, met name voor mensen uit 3roningen. Mede door de openstelling van >en secundaire weg vanaf Winsum tot aan de .auwerszee is het huidige vertrekpunt van het 'eer, in tegenstelling tot Oostmahorn vroeger, mei bereikbaar. Schiermonnikoog is gaan be- loren tot het dag-recreatiepakket van de 3roningers. Grotere bekendheid van deze nogelijkheid en de uitvoering van de in Fries and geplande secundaire wegen zullen de oop naar het veer verder doen toenemen. De veerhaven is ondergebracht in het meest vestelijke deel van het havencomplex op auwersoog. De meeste ruimte wordt in beslag jenomen door een buitendijks en een binnen- dijks parkeerterrein met een gezamenlijke ;apaciteit van 1000 auto's. Op Schiermonnik oog worden in het algemeen geen auto's toege- ;aten, dus iedereen moet zijn auto hier achter sten. Reeds thans kunnen op dagen van grote drukte niet alle auto's op deze parkeerter reinen een plaats vinden; uitbreiding kan met tertijd zonodig gevonden worden op het huidige opslagterrein van de Rijkswaterstaat. De drie veerboten die de verbinding met het eiland onderhouden kunnen gelijktijdig lig plaats kiezen aan een drijvend ponton. Het ponton meet 10 bij 30 meter, en is opgebouwd uit weinig onderhoud vragende materialen als azobé en polystyreen. Op het ponton kunnen kleine vrachtauto's tot 5 ton laadvermogen worden toegelaten; voor zwaardere wagens staat een vaste laadstoep ter beschikking met 3 niveaus. In de veer haven zowel als in de vissershaven zijn de gebruikers zeer tevreden over de drijvende pontons. Vraag naar Informatie Reeds gedurende een tiental jaren wordt de dienst Lauwerszeewerken bijna dagelijks be naderd met verzoeken om informatie. Met name op scholen blijkt het onderwerp geliefd te zijn, waarschijnlijk omdat er tegelijkertijd verschillende facetten van 'onze strijd tegen het water' aan kunnen worden gedemon streerd: de afsluiting met moderne middelen van een randzee, een afwateringssysteem met een boezemmeer, een eigen polderbemalings- systeem en de terugdringing van het zout. Behalve met daartoe samengestelde literatuur wordt de gevraagde voorlichting gegeven aan de hand van een in 1963 opgezette expositie waarin een aantal facetten van de afsluitings- werken wordt behandeld. In de periode 1965- 1968 bedroeg het aantal betalende bezoekers jaarlijks ongeveer 60 000; in het afsluitingsjaar 1969 nog meer. Ook daarna bleef de belang stelling groot; men is echter opgehouden, de aantallen bezoekers te registreren. De expo sitie was tot voor kort ondergebracht in het kantinegebouw op Lauwersoog, en ze is dan ook tengevolge van de inrichting van het veer haventerrein met de kantine mee verhuisd naar een plaats nabij de overige barakken van de dienst Lauwerszeewerken. Zo lang er duidelijke interesse blijft bestaan van de zijde van het publiek zullen de Rijkswaterstaat en de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders ge zamenlijk informatie blijven verschaffen over verleden en toekomst van het Lauwerszee- gebied. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 55