Het gebruik van automatische analyse-apparatuur bij het onderzoek naar de water kwaliteit in het Deltagebied Om het verloop van de fysische en chemische kwaliteitsindicatoren van de buiten- en binnenwateren in het Deltagebied na te gaan, beschikt de afdeling Milieu-onderzoek van de Deltadienst sinds augustus 1970 over een eigen bescheiden laboratorium te Goes. In dit laboratorium worden de volgende chemische parameters, vanwege hun belang voor de waterkwaliteit, bepaald: ammonium, stikstof (volgens Kjeldahl), nitraat en nitriet, orthofosfaat, totaal-fosfaat en binnenkort ook de hoeveelheid organische stof. Daarnaast worden nog enkele fysische parameters be paald: het gehalte aan zwevende stof en de gloeirest daarvan. De taak van het labora torium wordt verlicht doordat de bemonste- raars zelf ter plekke het zuurstofverzadigings- percentage, de zuurgraad en het chloridege halte van een monster kunnen meten. Het laboratorium is uitgerust met automatische analyse-apparatuur, die het voordeel bezit weinig ruimte in te nemen en verscheidene bepalingen tegelijkertijd te kunnen verrichten op 20 tot 60 monsters per uur. Door gebruik van deze apparatuur is het mogelijk in de kleine laboratoriumruimte met een minimale personeelsbezetting 20 tot 40 watermonsters per dag geheel te analyseren, en reeds één dag na de bemonstering alle analyse-resul taten ter beschikking te stellen. Om de werkwijze van deze automatische analyse-apparatuur te kunnen beschrijven en de voordelen ervan in het juiste licht te kun nen stellen, is het noodzakelijk dat we eerst even aandacht besteden aan de wijze waarop analyses volgens de conventionele, manuele technieken worden verricht. De chemische parameters die van belang zijn voor de waterkwaliteit, worden in het alge meen colorimetrisch bepaald; de gehalten van de stoffen die men zoekt aan te tonen zijn namelijk meestal te laag voor een analyse door weging of volumebepaiing. Voor een colorimetrische bepaling laat men de stof die men bepalen wil reageren met andere stoffen, waarmee hij een gekleurde verbinding aangaat. De kleurvormende reactie moet selectief zijn voor de te bepalen parameter en geen storende gekleurde verbinding op leveren met andere aanwezige stoffen. De intensiteit van de kleur vertoont een vaste relatie tot het gehalte van de gezochte para meter. De kleurmeting geschiedt in een colorimeter. Het gekleurde monster wordt in een cuvet gedaan - dat is een vaatje met nauwkeurig bekende afmetingen -, en op de cuvet werpt men een bundel monochro- matisch licht, dat door de vloeistof gedeeltelijk wordt geabsorbeerd, en gedeeltelijk doorge laten. Het doorgelaten gedeelte valt op een achter de cuvet geplaatste fotobuis en wordt omgezet een elektrisch signaal; de sterkte daarvan geeft de concentratie weer van de te bepalen parameter. Om de kleurvormende reactie op gang te brengen moet een analist een bepaalde hoeveelheid van het monster in bewerking nemen, en er verscheidene reagentia aan toe voegen, waarbij hij de reactie-omstandigheden, zoals temperatuur en zuurgraad, zorgvuldig in acht moet nemen. Hij zal moeten wachten tot de reactie is afgelopen en de optimale kleuring is verkregen. De bepaling is dus tijdrovend, en er bestaat altijd kans op fouten. De automatische analyse-apparatuur die nu bij de afdeling Milieu-onderzoek in gebruik is, kan al deze analysehandelingen automatisch 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 17