liter gecompenseerd door een van de
ver af gerichte vereffeningsstroom. Het
oor de wind in de hogere waterlagen mee-
osleepte water wordt door de oever tegen-
ehouden, en stroomt dan langs de bodem
eer terug. Is de aanlandige wind krachtig
enoeg, dan wordt het water nabij de oever
o sterk in beweging gebracht, dat de retour-
room het bodemmateriaal verplaatst naar
sper water, verder uit de oever. Ook het
ateriaal dat door brekende golven uit de
>ver wordt losgemaakt wordt grotendeels op
e manier afgevoerd - des te gemakkelijker
anneer de bodem schuin afloopt - en
gezet op een plaats waar het buiten bereik
van de golfwerking.
C t proces van oeveraantasting verloopt
s eller naarmate de onderwateroever onder
e n steilere helling staat, naarmate het
bodemmateriaal ter plaatse fijner van korrel
is en minder samenhangt, en naarmate de
oever vaker aan krachtige winden is bloot
gesteld. Worden er geen kunstmatige be
lemmeringen in de weg gelegd, dan gaat dit
aantastingsproces door totdat zich een onder
wateroever heeft gevormd met een zo flauwe
helling dat de energie van op de oever aan
komende golven dermate geleidelijk wordt
afgebroken dat op geen enkel punt nog
bodemmateriaal in beweging wordt gebracht
door de gezamenlijke werking van golven en
retourstroom. Oevermetingen in het Veerse
Meer, waar ook na meer dan 10 jaren sedert
de afsluiting nog nergens in de oeverzones
een stabiele toestand is ingetreden, wijzen er
op dat men hierbij moet denken aan hellingen
in de orde van grootte van 1 500. In het
Grevelingenbekken zou deze evenwichts-
u
Nt*
- "V
ngetaste oever nabij De Punt
o het eiland Goeree; foto van
■ptember 1972
nks: Oeverafslag van het eiland
'aringvreter in het Veerse Meer
helling betekenen dat er van de grote door
diepe geulen omgeven platen op de lange
duur niet veel overblijft. Dat is om verschil
lende redenen niet toelaatbaar. In de Delta
bekkens is al voldoende wateroppervlakte
beschikbaar. Voor drooggevallen land
oppervlakten is echter een zo grote belang
stelling, ook als men alleen denkt aan
bestemming voor recreatieve doeleinden en
voor natuurbescherming, dat slechts in
beperkte mate kan worden voldaan aan de
behoeften ten aanzien van deze veel ruimte
eisende vormen van grondgebruik.
De oeveraantasting moet derhalve tot staan
worden gebracht. Het ligt voor de hand dit
te bewerken door langs de waterlijn een
oeververdediging aan te brengen. Verdere
achteruitgang van de oever wordt daardoor
voorkomen. De waterzone buitenwaarts van de
73