r delige invloed doen bemerken. Mede om
c ze redenen dient men te zorgen voor een
z ndproduktie die tenminste enkele malen
q oter is dan het berekende verlies.
V el moet bedacht worden dat een deel van
t t zand dat voor de afsluitdam verloren gaat,
c chtbij op de bodem wordt afgezet, en zo
i eindelijk toch weer binnen het damlichaam
It. Voor de sluitingsoperatie heeft dit zand
c in geen betekenis gehad, maar dat wil nog
r et zeggen dat het in de economie van het
c ;hele werk niet zou meetellen.
atzelfde geldt voor het materiaal dat onder
i vloed van de golfwerking tijdens het spuiten
v rplaatst wordt naar diepere geulgedeelten
i de nabijheid van de dam.
E m ander soort verlies wordt geleden
anneer materiaal met een zeer kleine dia-
r eter verloren gaat. Omdat dit gemakkelijk
door de stroom wordt meegenomen, vindt men
er niets meer van terug. Zo moet het in
winzand voorkomende slib, dat wél meetelt in
de produktie van de zuigers, grotendeels als
definitief verloren worden beschouwd.
Ondanks de onnauwkeurigheden in de reken
methodes die men thans gebruikt, kan toch
met een voor de praktijk voldoende nauw
keurigheid worden geraamd welke zand-
produktie in een bepaald geval nodig is, en
kunnen bovendien belangrijke aanwijzingen
worden verkregen ten aanzien van de te
volgen werkwijze en te prefereren sluitings
periode.
105