Golfbeweging op de
Deltameren
Bij de Deltadienst wordt sedert een paar jaar
onderzoek verricht naar de golfbeweging op
meren en afgesloten zeearmen. Dit onderzoek
heeft ten doel, na te gaan in hoeverre de golf
beweging op de zeearmen na de afsluiting
verandert, en welke prognoses daaruit kunnen
worden afgeleid voor de toekomstige golf
beweging op nog af te sluiten estuaria.
Kennis van de golfbeweging na de afsluiting
levert één van de ontwerpcriteria voor de in
de Deltameren aan te brengen oeververdedi
gingen langs zandplaten en eilandjes, en is
daarnaast van belang voor het bepalen van de
recreatieve mogelijkheden die elk van de
afgesloten zeearmen te bieden zal hebben.
Met name dient tijdig bekend te worden, of de
afgesloten zeearmen geschikt zijn voor alle
typen vaartuigen, - jachten, zeilboten, vissers
boten - dan wel of wellicht sommige stukken
van de afgesloten bekkens afhankelijk van de
weersomstandigheden vanwege een zeer
onrustige golfbeweging voor bepaalde
schepen als gevarenzones moeten worden
gemarkeerd. Het hier bedoelde onderzoek
naar de golfbeweging op meren en zeearmen
verloopt in fasen. Enkele fasen zijn reeds
afgesloten. Vanadaar dat dit artikel een
tussentijdse balans kan opmaken, en dat er
enkele richtingen in kunnen worden aan
gegeven voor de nog uit te voeren fasen van
het gehele onderzoek.
Wanneer het gaat waaien over een water
oppervlak dat in rust is, ontstaat er golf
beweging, in het algemeen heviger naarmat
het harder waait. Het blijkt dat door het
strijken van de wind over een wateroppervla<
energie-overdracht plaats vindt van de be
wegende lucht op het water. De windsnelheid
is echter niet de enige grootheid die het
uiteindelijke golfbeeld bepaalt. Andere
factoren zijn de strijklengte en de windduur.
Onder strijklengte wordt de afstand over het
wateroppervlak verstaan waarover de wind
met constante richting en snelheid waait.
Onder windduur wordt de tijdsduur verstaar
waarin een constante windrichting en -snel
heid voorkomen. Hoe de energie-overdracht in
werkelijkheid plaatsvindt, is niet bekend.
Geen van de tot nu toe opgestelde hypothesen
daaromtrent bevredigt geheel. Wel is het
mogelijk gebleken langs empirische weg
correlaties vast te stellen tussen enkele golf
karakteristieken, zoals significante golfhoog e
en gemiddelde golfperiode, en de windpara-
meters strijklengte, duur en snelheid.
In ondiep water, waarvan de diepte kleiner i
dan de halve golflengte, zodat de golven
waterbeweging langs de bodem veroorzaker
worden de golfhoogte en de golflengte ver
vormd door energieverlies langs de bodem,
terwijl er ook richtingsveranderingen van de
golfkammen zullen gaan optreden.
Ook voor deze ondiepe gebieden zijn em
pirische correlaties bekend tussen de golf
karakteristieken en de windparameters; de
waterdiepte treedt daarbij dan op als derde
bepalende factor. Figuur 1a geeft, louter ter
illustratie, een voorbeeld van een van de
meest toegepaste golfopwekkingsgrafieken.
De relatielijnen zijn voornamelijk gebaseerd
84