Lê
V^> WINDSNELHE I' IN n I t 'I REFEREV iL.ll
F STRIJKLENGTE IN n>.
g ZWAARTEKRACHT VERSNc LLING N m/sec.2
r STRAAL VAN DE fi RE E l VAN EEN TROCHOIDS" IN re.
b
Fi 1. Verband tussen strijk-
len te, windsnelheid, golf-
hc |te en waterdiepte boven
ee horizontale bodem bij
or randerlijke en langdurige
wi Invloed; op grond van
bu inlandse metingen (a)
er olgens het Waterloopkundig
La oratorium (b)
Fi 2. Berekening van golf-
hc jte en - periode volgens
tic ia (boven) en volgens tig. 1b
(b eden)
oo
0**O O
- 1 WAARNEMING
O 2 WAARNEMINGEN
5 WAARNEMINGEN
10 20
GEMETEN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE
0| buitenlandse metingen. Ze gelden alleen
b en zandige bodems. Figuur 1b geeft daar-
n st een 'binnenlandse' golfopwekkings-
g' iek, voornamelijk gegrond op metingen op
h iJsselmeer en in het laboratorium. De
v tchillen tussen beide correlaties zijn in het
a emeen niet groot.
C na te gaan of genoemde grafieken ook
v toepassing zijn op de afgesloten zee-
a en in Zuidwestnederland is het golfonder-
a k in het voorjaar van 1970 aangevangen
een vergelijkende meting in het noord-
v stelijke deel van het Veerse Meer, nabij
a Schotsmanplaat. Een eigenaardigheid van
proefgebied is, dat de golven er wat men
:amt 'fetch limited' zijn, dat wil zeggen dat
groeien van de golven bij hogere wind-
Jlheden beperkt wordt door de relatief
ine strijklengte (Engels: fetch betekent
30
-
O»
Op
i20
ÜJ
-
•O
O
O
c?©
oo«qjT
'o
z
o.
|io
Q
i/>
O
Z
X.
o:
l
1 WAARNEMING
O 2 WAARNEMINGEN
=4 WAARNEMINGEN
0
GEMETEN
10 20
SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE
85