beweiden deel. Voor een geleidelijke ont wikkeling van deze zoutplantenvegetatle is dit zeer gewenst. Ten tweede vindt men hier een tegen verstuiving met rogge en gras ingezaaid gedeelte; ten derde een laag slibrijk deel. Vooral dit deel zal voor weidevogels en ganzen van belang zijn. Het is daarom in het voorjaar 1972 grotendeels Ingezaaid met gras en klaver, onder gerst als dekvrucht. Deze begroeiing is thans zover ontwikkeld dat de beweiding met schapen kan beginnen. Tenslotte is er een ondiepe oeverzone waar zich riet- en biezenvelden kunnen gaan ontwikkelen. Deze zone is eveneens van groot ornithologisch belang, vooral als ruigebied voor eenden en als voedselgebied voor grauwe ganzen. Nog waardevoller zou hier echter een zilte oever zone zijn, in een zout bekken, daar de vogel achter een beschutte baai ontstaat, die van belang zal zijn voor ruiende, rustende en voedsel zoekende steltlopers, ganzen en eenden en voor paaiende vissen. Aan de noordpunt van de eigenlijke Veer mansplaat vindt men in het onbeweide gedeelte achtereenvolgens een strandvlakte die langzaam begroeid zal raken, en een ge bied met kunstmatige duintjes, bewust geprojecteerd tussen de strandvlakte, de lagune, de stuifvlakte en het ingezaaide stuk zodat in alle richtingen een overgang van kleinschalig naar grootschalig gebied ontstaa Daarop sluit aan een ingezaaide vlakte, waar zal blijken hoe zich zo'n gebied van nature ontwikkelt en waarvan bij wijze van experi ment een gedeelte 2x per jaar wordt gemaaic Tenslotte ligt er een stuifvlakte, waar door verstuiving een interessant microreliëf is ont- soorten die hier op aangewezen zijn het meest bedreigd worden. Ten aanzien van de Veermansplaat en de ervoor gelegen kleine eilanden stelt de schets in grote trekken het volgende voor: Op geen van de drie kleine eilanden zal voorlopig iets worden gedaan. Wanneer de bodem voldoende zoet water bevat, zou er opgaand bos kunnen komen. Voor verschil lende in kolonies broedende watervogels zoals aalscholvers, reigers en lepelaars kan dit een aantrekkelijke broedbiotoop worden. Aan de oostkant van de plaat is het water over grote oppervlakte ondiep, met een slib rijke bodem. Hier zal zich afhankelijk van de verzoeting een riet- en biezenvegetatie ont wikkelen. Het verdient aanbeveling de door gang tussen de plaat en het middelste eiland met een grinddam af te schermen zodat daar- staan. Ook liggen er verscheidene hoge stuif- ruggen. Interessante botanische ontwikkelingen zijn hier zeker te verwachten. Door beweiding met rundvee zal in de thans zeer eentonige begroeiing van het midden gedeelte van de Veermansplaat weer wat variatie ontstaan. Op den duur kan er een open landschap ontstaan met hier en daar wat bosjes, geschikt voor allerlei weidevogels en wellicht ganzen. Aan de oostzijde vinden wij de eilandpias, van groot belang voor de vogelwereld. Een of meer eilanden er in zijn door de rust geschikt voor koloniebroeders zoals kapmeeuwen, visdieven en grote sterns. Deze plas. die nog lang brak of zelfs zout zal blijven, moet liefst zo snel mogelijk wor den gerealiseerd. Dit is zowel voor het be weidingsexperiment als voor de vogelstand 122

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 12