Fig. 2. Situatie van het sluitgat Kous en van het bouwdok te Zonnemaire Fig. 3. Werkwijze bij het plaat sen van waterspanningsmeters in het sluitgat Kous 126 wateroverspanningen onder de caissons in de 'Kous' van groot belang geacht. Het gevaar van wateroverspanningen is in de bouwwereld minder bekend wanneer het gaat om bouwwerken die aan trillingen blootstaan en op onder het grondwater gelegen zand lagen worden gefundeerd. Een flatgebouw in Niigata in Japan is tijdens de aardbeving van 1964 scheefgezakt, omdat de trillingen der mate grote wateroverspanningen veroor zaakten dat stabiliteitsverlies niet achterwege kon blijven. De wateroverspanningen ont stonden omdat de zanddeeltjes vanwege de trillingen in een relatief korte tijd een kleiner poriëngehalte of een dichtere pakking wilden gaan aannemen, wat niet kon omdat het grondwater niet zo snel weg kon stromen. Golfklappen op caissons kunnen ook trillingei in de fundering opwekken en op dezelfde wijze tot wateroverspanningen en stabiliteits verlies leiden. Metingen van wateroverspan ningen tijdens een eventuele storm direct na het plaatsen der caissons werden daarom eveneens van belang geacht. Behalve de grote belastingssnelheid geeft juist de breedte van de caisson aanleiding om extra waakzaam te zijn. Plaatst men een caisson op een relatief dunne en ondoor- latende laag, dan hebben we te doen met één-dimensionale consolidatie en is de snel heid waarmee de wateroverspanningen ver dwijnen alleen afhankelijk van de laagdikte en onafhankelijk van de caissonbreedte. De snelheid neemt kwadratisch af als de laag dikte groter wordt. Dit effect staat bekend als het laagdikte-effect. Plaatst men dezelfde caisson evenwel op een relatief dikke tevens ondoorlatende laag dan hebben we te doen met twee- of drie-dimensionale consolidatie, GOEREE BROUWERSHAVEN SCHOUWEN ZONNEMAIRE II J %rj', iS

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 16