F 4. Afneming van de maxi-
m e wateroverspanning bij
a mende zinksnelheid, in de
vc n van een grafiek (boven)
er an een diagram.
en treden wateroverspanningen alleen op over
de laagdikte waarin de caissonbreedte zich
door haar belastingsspreiding doet voelen.
Naarmate een constructie breder wordt,
neemt ook de dikte van de laag waarover de
belastingsspreiding zich doet gevoelen toe,
met als gevolg dat de afstromingstijd kwa
dratisch evenredig toeneemt. Men zou dit het
'breedte-effect' kunnen noemen.
Bij grote laagdikte is de snelheid waarmee
de wateroverspanningen verdwijnen dus niet
meer afhankelijk van de laagdikte, maar juist
alleen van de caissonbreedte. Toch wil dit
nog niet zeggen dat een bredere caisson
altijd ongunstiger is. Een extra grote breedte
geeft bij eenzelfde caisson-gewicht meer
spreiding van de belasting en dus ook
kleinere waterspanningstoeneming. Ondanks
de kleinere snelheid van afstromen, kan deze
O 75
X
A s'
0,5 0,1 0,01 0,001
LOG T' 4
EEN AFHANKEL'JK VAN DE STABILITEIT GEGEVEN MAXIMAAL TOELAATBARE
WATEROVERSPANNING T.P.V. DE ONDOORLATENDE BODEM
LOGARITHME VAN DE BELASTINGST'JD
T
127