r
in
t|~T 7
s. ;tie zoals de drempel er in werkelijkheid
c een bevat, en een ander deel niet, zodat
h reëel effect van zo'n filter nauwkeurig kon
den vastgesteld.
C bodemgesteldheid in het bouwdok kwam
t 'endien goed overeen met die in de 'Kous'.
C is van belang, wil men de resultaten van
c metingen in het bouwdok goed kunnen
e rapoleren naar het sluitgat 'Kous'. In feite
z i het een modelproef zijn, al was de schaal
c n ook op ware grootte ingebouwd.
T sh waren er ook bij de proef in het bouw-
d k enige praktische moeilijkheden te over-
w inen. De waterdiepte en derhalve ook de
z kweg van de caisson was er bijvoorbeeld
rr ider dan in de werkelijkheid. Bovendien,
v< de twaalf aanwezige afsluiters mocht men
d acht bodemafsluiters eigenlijk niet ge-
fa iken om niet de kans te lopen dat ze dicht
zouden zanden. Daardoor werd het moeilijk in
het bouwdok een even grote belastingssnel
heid op te wekken als in het sluitgat. Men
moest, om dat te bereiken, in feite alle af
sluiters zo snel opdraaien, dat ze alle geheel
geopend waren op het moment dat de caisson
de bodem raakte, twee minuten na het begin
van het afzinken. Een compromis werd ge
vonden door de aanleg van een stortsteenbed
onder de vier bodemafsluiters in het midden
van de caisson. Met de vier kopafsluiters erbij
mochten er dan in totaal acht afsluiters open.
Omdat de proef in het bouwdok een unieke
gelegenheid bood om de verschillende be
rekeningsmethoden te vergelijken die in
ontwikkeling zijn ten aanzien van de conso
lidatie van grondmassa's, is gestreefd naar
een instrumentatie die uitgebreid genoeg was
om de verschillen tussen de methoden te
AS DRAAGVLAK 1
27
A
5
TT"
F'JN ZAND
SLIBHOUDEND
ZEER F'JN ZAND
(105 50jj
F'JN ZAND
150± 50
MATIG GROF
ZAND 200
50jj
129