7 (links). Overzicht van de rumentatie en van de meet- stellingen in het bouwdok te nnemaire l meetopstelling in het bouw- c x te Zonnemaire in beeld versnellen. Op de ochtend van de dag voor de proef lekten de drijfschotten echter nog zo erg, dat besloten werd het hele bouwdok leeg te pompen, en eerst die drijfschotten waterdicht te maken. Omdat het bouwdok tóch leeggepompt werd, kon men de hele instrumentatie herzien. Be gin januari 1971 waren ook de drijfschotten klaar en kon de put weer worden geïnun deerd. Op 27 en 28 januari werden vervolgens met succes vier proeven uitgevoerd. Intussen was men ook in het sluitgat 'Kous' van het Brouwershavense Gat begonnen meetinstrumenten aan te brengen. De meet instrumenten zouden verdeeld over 5 raaien onder 3 caissons worden geplaatst en via kabels met registratieapparatuur op de wal verbonden worden. Omdat de drempeldikte nogal varieerde kon door het instrumenteren van verscheidene raaien de invloed van de drempeldikte op de belastingsspreiding na gegaan worden. Om de kans op beschadiging der kabels zo klein mogelijk te houden werd aanvankelijk besloten de meters te plaatsen voordat met de drempelopbouw begonnen zou worden. Dit had het voordeel dat de eerste laag fijn grind die ten behoeve van de drempel aangebracht moest worden, tevens als bescherming der kabels zou kunnen dienen. Een nadeel was echter dat de kabels en de meters over een lange periode, mini maal een half jaar, zouden moeten blijven functioneren. Of dit mogelijk zou zijn viel, de ervaring in aanmerking genomen, nog te bezien. De meetinstrumenten werden vanaf een boor- bak geplaatst op een wijze zoals in figuur 3 staat uitgebeeld. Aanvankelijk werden ze met behulp van sondeerstangen hydraulisch in de bodem gedrukt. De sondeerstangen vonden steun in een hoor buis die met een zwaar boorblok overeind gehouden werd, onafhankelijk van de be wegingen van het schip. Na de plaatsing van elk instrument moest de elektrische kabel door een duiker onder het boorblok doorgehaald worden en het boor blok verplaatst worden. Aangezien dit alleen tijdens de kentering kon gebeuren en er dus veel tijd verloren ging, is men er later toe overgegaan waar mogelijk enige meters tege lijk te plaatsen door ze in één boorgat te hangen, en het boorgat daarna weer zorg vuldig op te vullen. Na het plaatsen werden de kabels overgebracht naar een zogenaamde verlengbak waar ze aan op haspels gerolde verlengkabels gelast werden. Nadat alle meters in een bepaalde raai waren geplaatst, werden de kabels met plastic betonbinders 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 21