aan een zware staalkabel bevestigd en al varend op de bodem gevlijd. De staalkabel zelf was met een scheepsanker aan de geul bodem verankerd. Helaas konden de kabels niet helemaal naar de wal gebracht worden omdat er vlakbij de wal nog gebaggerd moest worden. De haspels waarop de kabels gewikkeld waren zijn daarom tijdelijk op geborgen in een ton en overboord gezet. Na het baggeren zou men ze weer kunnen op halen en definitief naar de wal brengen. De eerste poging in oktober is geheel mislukt, omdat het weer in de kritieke fase van het leggen der kabels omsloeg. Er was bij deze poging teveel tijd verloren gegaan omdat de kabels met veel moeite onder de ankerdraden van een in het sluitgat geparkeerde zinkpon- ton doorgehaald moesten worden. Bij deze poging gingen alle installaties geheel ver loren. Een plotseling opkomende storm dwong het schip waarmee de kabels werden gelegd, uit de koers. De ton waarin de haspels opgeborgen waren kwam in de bezinkings- velden buiten de drempel terecht. Toen daar enige dagen later de bezinking aangebracht werd, werden de kabels gespannen als snaren en braken. De ton zelf is nimmer terugge vonden. Bij de tweede poging verliep alles vlot, ook het weer terugvinden van de ton. Toch bleken de naakte kabels op de zee bodem zo kwetsbaar te zijn dat ze plaatselijk waren gaan lekken. Besloten is toen de volgende poging tot een latere fase van het bouwen van de drempel uit te stellen en de kabels zodanig te wapenen dat zelfs een steenbestorting er geen schade meer aan kon toebrengen. Bovendien is besloten de kabels buiten het nog te baggeren gedeelte om naar de wal te Fig. 8. Meetresultaten van wateroverspanningen: het ver loop met de tijd van enkele parameters in de proef te Zonnemaire, op 28 januari en in de Kous op 15 april 1971 Fig. 9. Momentopnamen met contour-interpretaties van de wateroverspanningsmeting in het bouwdok te Zonnemaire, 28 januari 1971 brengen. Deze beslissingen maakten het mogelijk dat de meters aanzienlijk korter voar de meting geplaatst werden. De kans op uitval na het plaatsen werd daardoor kleine Tenslotte is besloten het aantal meetinstru menten te beperken tot 12 en ze alle onder de eerste caisson te plaatsen. Daarmee werd afgezien van het meten van het effect van de drempeldikte op de belastingsspreiding en op de wateroverspanningen. Zoals bij een proef in de stroomgoot bij de stuw in Lith was gebleken, vormde een bekl3- ding der kabels met plastic slangen een afdoende bescherming tegen een zelfs zware steenbestorting. In januari 1971 konden tijdens een 10 dagen durende windstille periode twaalf meters in de drempel van de 'Kous' worden geplaatst. Drie maanden later, in april, kort voor het baggeren ten behoeve van de plaa:- z 60 0 z |4o- 820' oc 1 oi- 15 50 13?

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 22