REGISTRERENDE PEILSCHAAL GREVEÜNGEN
REGISTRERENDE PEILSCHAAL BROUWERSHAVEN
REGISTRERENDE PEILSCHAAL CLIDOORP
Fio 1. Verloop van windsnel-
he en windrichting in enkele
me stations
Fit 2. Verloop van de water-
ste den in het Haringvliet-
be en gedurende de storm
Fï 3. Verloop van de water-
stE den in het Grevelingenmeer
ge irende de storm
grc tste verhoging bij de Volkerakdam be-
dr g eveneens 1,8 m.
In at afgesloten bekken van het Veerse Meer
we t, analoog aan het Grevelingenmeer, in
he vesten een verlaging geconstateerd en
in rt oosten een verhoging. Bij Veere werd
ee, verlaging van 10 cm waargenomen terwijl
de erhoging bij Katseveer zelfs 30 cm be-
drc g, hetgeen een maximaal verval betekent
va; 40 cm.
He is opmerkelijk dat ondanks de relatief
ko duur van de storm toch zulke grote
ve allen zijn opgetreden. Hierdoor kunnen
vri belangrijke watersnelheden in de bekkens
op eden.
He s duidelijk dat de storm ook de golf-
be sging voor de kust van Nederland aan-
zi ijk heeft beïnvloed. Doordat hij vanuit
he :uiden opstak en vervolgens ruimde naar
het westen zijn de uiteindelijke golfhoogten
enigszins beperkt door de bij deze richtingen
behorende relatief kleine strijklengte van
140 km over het water. Zou de storm uit het
noordwesten zijn opgestoken dan waren er
nog hogere golven voorgekomen. Ondanks
deze beperkende invloed van de strijklengte
zijn in het Deltagebied door een aantal golf-
meetstations vrij hoge golven waargenomen.
Om een indruk te geven van het verloop van
de golfbeweging tijdens de storm in het
Deltagebied is een aantal geregistreerde
golfwaarnemingen met behulp van enkele
computerprogramma's verwerkt. Fig. 4 geeft
een overzicht van de diverse meetstations die
tijdens de storm informatie over de golfbe
weging hebben verzameld. Van deze meet
stations bevindt zich TR-I in circa 16 m diep
water, BG-II staat op een diepte van 10 m,
Fig. 4. Situatie van de in het
artikel genoemde meetstations
t.r.-ie
lichteiland goeree
h.a-i
O
h.a.-3zl
e~7ö
O
b.g.-h
o.s-:nz:c
o.Sriz:»
143