Fig 6. Golfspectra met de
me 3te energie van de drie
me it zeewaartse stations
Fig 7. Afbraak van de energie
in n golfbeeld door de onder-
wa delta in de monden van
het taringvliet (links) en de
Oo erschelde
de kust van zuidwest-Nederland op water
diepten groter dan N.A.P. -5m danig kan
variëren. Deze verschillen zijn ook duidelijk
waarneembaar als men de golfenergiedicht-
heidsspectra van de meetstations TR-I, Ha-I
en BG-II onderling vergelijkt. Een golf-
energiedichtheidsspectrum is een veel toe
gepaste golfparameter. Denkt men de onregel
matige golfbeweging opgebouwd als de
sommatie van een zeer groot aantal sinuso-
idale golfcomponenten met een eigen periode
en amplitude, dan geeft een energiedicht-
heidsspectrum de verdeling van de energie
dichtheid aan over de perioden van deze
componenten.
Beschouwt men de grootste waargenomen
spectra van deze drie meetstations dan valt
op dat de periode waarbij de maximale
energiedichtheid voorkomt, bij alle drie in de
tl TR...T 10.00-10.20 UUR
O HA-I FS.00 - 8.20 UUR
A OG.-H 9.00 - 9.20 UUR
OS 0.2 0.3
OSEQUENTC
ge g van energieverliezen duidelijk lagere
wa jen optraden, tot 1,4 m en 4,3 sec. Daar
is invloed van de waterstandsvariaties
du lijk waarneembaar op het verloop in de
tijc an de gemiddelde golfperiode en de
sig icante golfhoogte.
Ov eenkomstige verschijnselen traden op in
de ond van de Oosterschelde: langs de
zee aartse rand bij BG-II significante golf-
hoc ;en en gemiddelde golfperioden van
4,4 i 7,1 sec, meer binnenwaarts (bij OS-IV)
hoc en van 2,5 m en perioden van 5,3 sec,
en g verder landwaarts, bij OS-IX hoogten
var 1 m en perioden van 4,7 sec. Ook hier
va! en duidelijke samenhang met de water-
sta; svariaties te constateren.
Ui t verloop van de significante golfhoogte
en gemiddelde golfperiode in de tijd valt
tev s af te leiden dat de golfbeweging langs
buurt van 9 of 10 sec ligt. De absolute waarde
van de energiedichtheid bij deze periode ligt
voor TR-I duidelijk hoger dan die voor Ha-I
en BG-II. Als oorzaken van deze verschillen
kunnen zowel het verschil in waterdiepte ter
plaatse, als het verschil in strijklengte en het
verschil in de ligging van de zeewaartse
bodem worden genoemd.
Fig. 7 toont tenslotte een tweetal voorbeelden
die een indruk kunnen geven omtrent de ver
vorming van zo'n energiedichtheidsspectrum
van de buitenrand van de onderwaterdelta
naar binnen toe.
Uit de bestaande overschrijdingsfrequentie-
lijnen van significante golfhoogten van OS-IV,
Ha-I, Ha-VI en E-'70 blijkt dat de tijdens de
storm opgetreden grootste significante golf
hoogten gemiddeld eenmaal per 5 a 10 jaar
worden overschreden.
FBKJuENIlE f(4>
A H A.I 8.00
x E-70 800
Q BG-E 4.00
oos-sr
FREQUENTIE
145