Seii es in de Haringvlietmond
Sit tie van golfmeetpalen en
bre dingszones in de Haring-
vlii nond
dan ter plaatse van meetpaal Ha-VIII. Duide
lijk blijkt uit deze vergelijking, dat de uit zee
komende golven door het branden op de
drempel aan de buitenrand aanzienlijk aan
energie en daarmee aan hoogte en periode
verliezen. In de Haringvlietmond kan de wind
de golfbeweging wel min of meer in stand
houden, doch niet weer doen toenemen.
De golfhoogten plegen, gelijk bekend, in de
zeegaten na de stroomkentering toe te nemen
wanneer de richtingen van stroom- en wind-
beweging daardoor aan elkaar tegengesteld
worden. De aanmerkelijk verzwakte stroom
beweging in de mond van het Haringvliet zou
dus zijn uitwerking kunnen hebben op de
golfbeweging. Er zijn wel enige gegevens,
die die indruk bevestigen. In de huidige
positie van meetpaal E-1970 stond namelijk
in de jaren 1957-1961 de meetpaal C. In die
Hank
Bokkegal
idilpngcul
SH/kgt
149