1. equentiekrommen van golf- he ;ten vóór en na de afslui- tir van het Haringvliet 2. >arlijkse frequentiekrommen vai golfhoogten in de Haring- vli< nond 3. eductie van golfhoogten tus en de buitenrand van de He igvlietmond en de Spuisluis 4. 3ductie van golfhoogten dc afnemende stroom bed eging in de Haringvlietmond na de Spuisluis GOLFHOOGTE h y, cm riv water door de spuisluis geloosd. De roombeweging in de mond van he Haringvliet is hierdoor aanmerkelijk vei vakt, hetgeen duidelijk blijkt uit de ve. alijking van de resultaten van stroom- me :gen die daar voor en na de afsluiting on- r ongeveer gelijke getijomstandigheden zijr erricht. Het gevolg van de nieuw inge- tre; n situatie is dat de geulen in de Haring- vlie nond eigenlijk te ruim zijn voor de hul ge waterbeweging onder invloed van ge. en eventuele spuistroom. Tei erkenning van de nieuwe stroomsituatie zijn n verscheidene punten gelijktijdig metin gen verricht met verankerde, continu regis- tre ide stroommeters. Deze metingen we en aangevuld met stroommetingen vanaf voc anker liggende schepen. Ten overvloede zij ^gemerkt, dat de metingen vrijwel uit sluitend zijn verricht bij Rijnafvoeren lager dan 2200 m3/sec, waarbij met de spuisluis niet of hooguit door enkele sluisopeningen werd geloosd. De uitkomsten van deze metingen leveren in vergelijking met vroeger het volgende beeld op. Voorheen trad de maximum vloedstroom in het Slijkgat, het Bokkegat en het Gat van de Hawk op omstreeks 1 uur voor het H.W. te Hoek van Holland, terwijl de ebstroom haar maximum waarde omstreeks 4 uur na het H.W. te Hoek van Holland bereikte. Na de afsluiting gelden deze tijdstippen van maxi male stroom nog wel voor het Slijkgat en het Bokkegat, zij het minder eenduidig. In het Gat van de Hawk daarentegen is de stroom situatie wezenlijk van karakter veranderd. Vroeger was het Gat van de Hawk één van de afvoergeulen van het Haringvliet. In de 151

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 41