stroomsituatie kwam dit tot uitdrukking door
het feit, dat de maximale ebsnelheid een
hogere waarde bereikte dan de maximale
vloedsnelheid. Sedert de afsluiting hebben de
getijstromen in het Gat van de Hawk een
complexer karakter gekregen. Enerzijds loopt
er een vulling- en ledigingsstroom vanuit het
Haringvlietgebied. Anderzijds treedt er bij
vloed doorstroming op vanuit het Bokkegat.
Het is de bedoeling om het snelheidsverloop
in de buitenmond van het Haringvliet meer in
detail te bepalen door metingen.
Bij het begin van de zeespiegelrijzing, wan
neer langs de kust nog een zuidgaand getij
trekt, doet het Gat van de Hawk dienst als
wateraanvuilende geul. In dat geval dient
deze ebstroom ter vulling van het Haringvliet.
Vóór de afsluiting geschiedde dit door de
vloedstroom.
Bij het doorkomen van de vloed doet het Get
van de Hawk slechts dienst als doorgangs
geul, waarin het water van zuid naar noord
stroomt, zoals de ebstroom vóór de afsluitir g.
Omstreeks het H.W. te Hoek van Holland, o
hetzelfde tijdstip als in het kustgebied, treec t
de maximale stroomsnelheid op. Deze is
overigens ongeveer gelijk aan de snelheid c ie
vroeger tijdens de maximale ebstroom
optrad.
De stroombeweging nabij de spuisluis onder
gaat de invloed van hetgeen zich in de geu 3n
afspeelt. Bij opkomende vloed wordt het
uitstromende water geblokkeerd door de
spuisluis. Langs de spuisluis kan een noord
oostelijk gerichte stroming voorkomen, dus
min of meer evenwijdig aan de sluisas. Dez<
stroming, die intreedt op het einde van de
spuiperiode, kan nog worden versterkt dooi
152