act eruitgang. De geulinhoud nam at met 16C 100 m3, welke verondieping overeenkomt me 20% van de oorspronkelijke inhoud. He 3at van de Hawk is de enige geul, die do; de stroom werd uitgeschuurd. Uit deze ge; verdween 60 000 m3 grond, waardoor ee; inhoudsvermeerdering van 10% ontstond. Ov igens is de ligging onveranderd gebleven. We toont de geul een neiging om zich no' dwaarts uit te breiden. In 3 mond van het Brielse Gat tussen de afs jitdam en het Gat van de Hawk ver- an 3rde de bodemligging nauwelijks. Slechts ee geringe verondieping deed zich voor. De Hinderplaat vertoont een merkwaardige on vikkeling. Na de afsluiting van het Brielse Ge in 1966 nam de inhoud van deze plaat bo 3n de laagwaterlijn geleidelijk toe. In de zo er van 1968 stagneerde dit proces om na 1. epteveranderingen in de Ha tgvlietmond van november 19' tot november 1972 2. eranderingen in oppervlakte en -ïhoud van de Hinderplaat bo n N.A.P. 2,00 m 3. odemverandering aan we rszijden van de Spuisluis in et Haringvliet OPPERVLAKTE 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 49