als het meer zout blijft, zullen zij voor de
vogelwereld van onschatbare waarde zijn.
Ook botanisch en hydrobiologisch liggen hier
echter interessante perspectieven. Deze
plassen moeten zo groot en diep zijn dat
dichtvloeien door erosie niet waarschijnlijk is.
Anderzijds is het gewenst een flinke ondiepe
oeverzone te creëren waar zich een rijke
plantenwereld kan vestigen. Er is een drietal
plassen ontworpen met ieder een ander
karakter. De geografische spreiding is zo
groot mogelijk.
De veranderde omstandigheden maken ook
de aanleg van grindbanken noodzakelijk. De
ervaring in het IJsselmeer en het Veerse
meer heeft geleerd dat het moeilijk is om het
karakter van een schelpenbank te handhaven
als de getij- of golfwerking wegvalt. Er is dan
weinig of geen aanvoer van nieuwe schelpen
schelpen, tenslotte, is een derde manier om
de broedbiotoop in stand te houden.
Bespreken we tenslotte kort de visie van de
milieubouwer op de ingrepen oeververdedi
ging, inzaai en inplant en ontwatering en
ontzilting.
In principe is het gunstig als de oevers zich
langs natuurlijke weg ontwikkelen. Teneinde
teveel afslag te voorkomen zal echter langs
een groot deel van de eilanden een ver
dediging noodzakelijk zijn in de vorm van
grindbanken op enige afstand van de oevers.
Er kunnen hierdoor interessante lagunes
ontstaan. Ten behoeve van de vastlegging de
buitendijkse gronden is op grote schaal een
mengsel van rogge en gras ingezaaid - zie
Bericht 61, augustus 1972 -, echter voor
namelijk op plaatsen waar dit uit natuur-
technisch oogpunt onnodig of zelfs ongewenst
meer, de aanwezige schelpen verpulveren,
het gebied stuift vol en de schelpenbank raakt
begroeid. Voor sommige sterns en plevieren
is een onbegroeide schelpenbank een essen
tiële broedbiotoop. Een gelijkwaardige ver
vanging kan echter op verschillende manieren
kunstmatig worden aangebracht. Men kan
grindbanken van ongeveer 2 meter dik in een
plaat of schor ingraven; daarvoor gebruikt
men grind van een diameter van 2 tot 8 cm.
Door de dikte van de grindlaag en de grootte
van de stenen wordt instuiven door uitspoelen
gecompenseerd. Het kale grind blijft als
broedbiotoop geschikt voor sterns en ple
vieren, die elders in de wereld ook tussen
grind nestelen. Op een niet doorlatende
ondergrond, zoals beton of plastic, kan men
volstaan met een dunnere laag grind of
schelpen. Regelmatig nieuwe aanvoer van
was. Het deel van de Hompelvoet dat door
aard en ligging van groot belang kan zijn als
voedselbiotoop voor ganzen was daarentegen
niet ingezaaid. Daar het hier gewenst was
snel een grasmat te creëren, is een belangrijk
deel alsnog ingezaaid.
De wind heeft in dit vlakke gebied een sterk
nivellerend effect. De ruggen langs de stuif-
schermen en de opgeschoven duintjes zullen,
zo lang er geen vegetatie op groeit, gevaar
lopen weer af te vlakken. Het is daarom
gewenst op een deel ervan helmgras aan te
planten, dat zich handhaaft zo lang er op
stuiving plaats vindt. Komt het gebied
na enkele jaren tot rust, dan verdwijnt de
helm langzamerhand.
Om de voor de vogels zo belangrijke biezen
velden snel van de grond te krijgen zouden
enkele stukken moeten worden ingeplant.
118