v de afsluiting inderdaad een golfribbel- p oon aanwezig is geweest, hetgeen uit g morfologische studie van oude foto's t kt. Na de afsluiting zijn door erosieve cessen de golfribbels genivelleerd, i rdoor ontstaan banden evenwijdig aan het egere golfribbelpatroon, waarin waar- lijnlijk door verschillende pakking van het :eriaal een andere vochthuishouding heerst, Igeen de toonverschillen op de foto veroor- akt. Uitvoeriger onderzoek naar dit soort lomenen zal in de toekomst noodzakelijk in. s derde voorbeeld in figuur 8 een false color o van het westelijk deel van het Brielse eer, nabij de noordelijke oever, opname- turn 19 augustus 1971, schaal 1 5000. i nnen het eilandje is een aanzienlijke op s' nhoping van algen aanwezig, waarvan het troon enigermate lijkt op dat van een neer. j de afbeelding zijn de details van het :roon duidelijk zichtbaar. Bij de noorde- e oever bevindt zich een hoge concen- t tie aan organisch materiaal. Simultaan rden watermonsters genomen, welke aan- v iende informatie geven (tabel). concludeerd kan worden, dat luchtfoto's v or velerlei doeleinden bruikbaar zijn. De htfotografie kan als hulpmiddel bij het n ieuonderzoek bijdragen tot een gericht t eid en een doeltreffend beheer. Overzicht van de grondgegevens. Bemonsteringspunt 1 Parameter Meetwaarde doorzicht 8 dm chlorofyl A - zwevende stof 7 mg/l gloeirest van de zwevende stof 57% temperatuur 22° C totaal fosfaat 0,5 mg PO4/I Bemonsteringspunt 2 doorzicht 8 dm chlorofyl A - temperatuur 22° C zwevende stof 10 mg/l gloeirest van de zwevende stof 60% totaal fosfaat 0,55 mg PO4/I 177

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 11