dc dat de grindworsten elke beweging kun ne volgen. Er zijn dezelfde proeven mee ge an als met de asfaltmat. B e blokkenmat worden betonblokken vast- g< oten aan - alweer! - een kunststofvezel- rr Ter bevestiging van de blokken aan de rr wordt een wapeningsstaaf ingeweven v staal, maar kunststof is ook mogelijk, w aromheen haken worden geslagen en d, rop wordt het beton voor de blokken tort, C het filterdoek ligt ter bescherming eerst n een rietmat omdat deze stukken worden n, iestort met staal- of loodslakken. Ook met d 3 matten zijn uitgebreide proeven gedaan. H aardige van dit soort zinkstukken is dat n n ze naar believen herhaaldelijk kan af- en o ollen, en dus met één mat een groot aantal p even kan doen. Tal van proeven zijn uit- g ,'oerd in de tot stroomgoot omgebouwde v rap van de stuw te Lith. Hier kan het gc drag van de verschillende constructies bij hi je stroomsnelheden worden onderzocht. W l de zanddichtheid betreft, bleek bij snel- h en van 4 a 4i m/sec zonder bestorting ni geen zand door de blokkenmat heen te kt nen. De extra bestorting heeft voornamelijk tc doel om klapperen van het filterdoek tu sen de blokken tegen te gaan. Dit klap pa en is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor ht- doorlaten van zand. komende breuksteen te besparen. Dit is bij de nieuwe constructie mogelijk. Bij het verbeterde klassieke stuk heeft men weinig aanloopkosten; de nieuwe constructies daarentegen vergen grote aanloopkosten, ook omdat speciaal afzinkmateriaal moet worden gebouwd. De prijs zakt echter onder die van de oude stukken bij hoeveelheden in de orde van 250 000 m2, zoals in fig. 3 is aangegeven. Bij de tot nu toe uitgevoerde kleinere sluitin gen waren er hoeveelheden van 200 a 300 000 m2 in het geding, in het Haringvliet was 1 000 000 m2 zink werk te verrichten, in het Brouwershavense Gat 800 000 m2, waarin ook de hoeveelheid asfaltmastiek opgenomen is. In de Oosterschelde is een kleine 3 000 000 m2 zinkwerk nodig, zodat we het, ook wat de kosten betreft, zeker in de nieuwe stukken moeten zoeken. Nadere ervaringen die men opdoet met be trekking tot de produkten, de wijze van aan brengen en het gedrag van nieuwe bodem beschermingen zullen in volgende Berichten aan de orde worden gesteld. K tenaspecten B de zeer uitgestrekte bodembeschermingen d in de Oosterschelde gelegd moeten w den is het kostenaspect een belangrijke fe lor. Ir ig. 1 staat de hoeveelheid zinkwerk afge- b ^Id die in de afgelopen jaren in Nederland is ieleverd. De gebroken lijn geldt voor g reel Nederland, de getrokken lijn voor de b de Deltadienst verwerkte stukken, met als e ra-polatie hetgeen nog in de Oosterschelde g egd moet worden. We zien een duidelijke s ging van de activiteiten op dit gebied. I- kostenaspect van de stukken met kunst- s zool ten opzichte van de traditionele con s' ictie staan in fig. 2 afgebeeld, f n lette op de prijsontwikkeling sedert het n ment waarop de zooistukken in gebruik men. Overigens is de voortdurende ver- r dering van de kosten van deze zooistukken v mamelijk te danken aan het goedkoper v den van de kunststofzooi, die ondanks de ii lie meer dan gehalveerd is in prijs. Een ere besparing op de kosten wordt egen door op de uit het buitenland 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 19