De lozingsmiddelen in de
Oosterscheldedam en de
Brouwersdam
Tot de onderdelen van het Deltaplan zoals dat
in hoofdlijnen door de Deltacommissie werd
aanbevolen, behoort ook een aantal doorlaat-
of spuimiddelen in verscheidene in dat plan
opgenomen dammen.
In het noordelijk Deltabekken zijn de Haring-
vlietsluizen, waarmede de waterafvoer in dat
bekken kan worden geregeld, voltooid, terwijl
met de bouw van de spuisluizen in het
Volkerak, waardoor de toevoer van zoet
rivierwater naar het zuidelijk bekken zal wor
den verzorgd, een aanvang is gemaakt.
In het zuidelijk bekken moeten deze door-
laatmiddelen nog worden gemaakt, in de vorm
van sluizen in de Brouwersdam en de
Oosterscheldedam. Hierover zullen in dat
artikel enkele nadere mededelingen worden
gedaan.
In het eindrapport van de Deltacommissie
worden de benodigde doorlaat- en spui
middelen summier aangeduid in de lijst waar
in de noodzakelijke werken worden opge
somd. (Eindverslag Deltacommissie, pagina
47).
Wij lezen daar:
'b. Afdamming van het Haringvliet met bouw
van uitwateringssluizen (voor de afvoer van
opperwater en ijs) en een schutsluis.
c. Afdamming van het Brouwershavensche
Gat en aanleg van een spui-inrichting.
d. Afdamming van de Oosterschelde en
aanleg van een spui-inrichting.
e. Afdamming van het Veersche Gat en aan
leg van een spui-inrichting in de omgeving.
f. Afdamming van de Grevelingen aan de
bovenmond en bouw van een schut- en
eventueel van een stroomsluis.
g. Afdamming van de Zandkreek en bouw
van een (eventueel gecombineerde) schu -
en een stroomsluis.
h. Afdamming van het Volkerak en bouw var
schut- en stroomsluizen.'
Op het kaartje met het schema der afsluitin
gen dat bij het vijfde interim-advies van de
Deltacommissie is gevoegd (Eindverslag
pagina 148), waarop de tracés van de afdam
mingen schematisch zijn aangegeven, zijn
deze doorlaatmiddelen - zelfs ook de Haring
vlietsluizen - niet aangeduid, omdat de
nadere situering nog door verdere studies
moest worden vastgesteld. Misschien komt h t
hierdoor dat men zich thans niet algemeen
realiseert dat reeds van de aanvang af ook ii
de Brouwersdam en de Oosterscheldedam
aan doorlaatmiddelen werd gedacht.
De Deltacommissie heeft de noodzaak van
deze werken evenwel duidelijk betoogd. Doo
de spuimiddelen in de Brouwersdam en de
Oosterscheldedam zou volgens de commissi
een goede waterverdeling over de zuidelijke
Deltawateren en een doeltreffende bestrijdin j
van de verzilting moeten worden verzekerd.
Reeds volgens de eerste opzet van het
Deltaplan werden de zuidelijke Deltawateren
onderverdeeld in een drietal bekkens of com
partimenten: het Veerse Meer, het Grevelin-
genmeer en het Zeeuwse Meer. Deze drie
deling werd door de Deltacommissie aan
bevolen uit technisch-waterbouwkundige
overwegingen. De Zandkreekdam en de
Grevelingendam, die de afscheiding vormen
tussen de meren, werden noodzakelijk geaci
om de sluiting van het Veerse Gat en het
Brouwershavense Gat mogelijk te maken
186