Nemen we nu deze soortenrijkdom als maat staf - het is overigens zeker niet de enige - dan genieten waterbekkens met hetzij zeer zoet, hetzij zout water een sterke voorkeur; een brakke zone tussen beide ware daarbij zoveel mogelijk te vermijden. Voor dit aspect moge ook worden verwezen naar een studie die de Studiegroep Milieubeheer van de Oecologische Kring en het Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek in Yerseke het licht lieten zien en waarin een suggestie wordt gedaan voor een tamelijk vergaande compartimentering van het Zeeuwse Meer met een aantal zoete en een aantal zoute bassins. De studies op dit punt, die goede voortgang maken, zijn nog niet ver genoeg gevorderd om thans reeds een gerechtvaardigde uit spraak en keuze te kunnen doen. Vooral dient men te bedenken, dat compartimen tering capaciteitsverlies kan betekenen voor de zoetwatervoorzieningen en dat men een eventueel zout compartiment ten behoeve van de scheepvaartbeweging door middel van sluizen met de andere bekkens zal moeten verbinden, zodat extra zoutpenetraties naar het zoete milieu geïntroduceerd worden, ter bestrijding waarvan dan ook weer zoet water benodigd is. De belangen die met één of meer zoute compartimenten zijn gediend, zijn dus in zekere mate strijdig met de eisen die ten behoeve van de zoetwatervoorziening moeten worden gesteld. Bij deze problematiek is ook nog de vraag aan de orde gekomen welke beïnvloeding het kustwater vóór de dammen zal ondergaan van zoete spuistromen door de uitlaatwerken. Deze invloed blijkt bij onderzoek echter on betekenend te zijn in vergelijking met andere invloeden die op dit kustgebied inwerken. De nota 'Het Deltaplan in het licht van de laatste ontwikkelingen' zegt hierover: 'In beginsel zal het kustwater voor het Delta gebied na de voltooiing van de afsluitings- werken worden beïnvloed door water afkom stig uit de Westerschelde, het Haringvliet en de Rotterdamsche Waterweg; de invloed van in de afsluitdammen aan te brengen secun daire spuimiddelen is daartegen te verwaar lozen.' Onafhankelijk echter van de uitkomst van de genoemde onderzoekingen en van het ant woord op de vraag of één of meer zoute compartimenten binnen het Zeeuwse Meer zullen worden gerealiseerd, zullen de dammen door het Brouwershavense Gat en de Ooster- schelde van doorlaatmiddelen voor water moeten worden voorzien. Fig. 2. Verloop van het ge middelde zoutgehalte in verschillende delen van de zuidelijke Deltabekkens (ont leend aan 'De waterhuishoudirg van Nederland') In het geval dat wordt besloten tot een gehe il zoet Zeeuws Meer, dus volgens de conceptif van de Deltacommissie, die ook in de nota 'De Waterhuishouding van Nederland' wordt aangehangen, zullen dit spuisluizen moeten zijn; die werden dan ook in het rapport van de Deltacommissie genoemd. Bij het ontwen van de doorlaatwerken wordt thans echter d s weg zoveel mogelijk vrijgehouden voor eventuele andere beslissingen. Met het oog daarop zijn de sluizen symmetrisch ten op zichte van hun lange as ontworpen; ze kunnen dus zowel lozen naar zee - wat nodig is bij geheel zoete Deltameren - alsook water in laten van zee - wat past bij de aanleg van een aantal zoute compartimenten. In 'De Waterhuishouding van Nederland' wordt voor wat betreft de Grevelingen de mogelijkheid geopperd van een tweede wateruitlaat en wei via een zogenaamd Hals kanaal, dat het Grevelingenmeer met het Haringvliet zou verbinden. Ook dan zal het Grevelingenmeer echter, zoals in laatstge noemde nota werd gesteld 'voor de water lozing in eerste instantie zijn aangewezen o - de Brouwersdam'. Het Halskanaal zou onder meer het antwoorl moeten zijn op een mogelijke latere kustont wikkeling vóór de Brouwersdam, waarbij de verbinding van het doorlaatwerk met diep water zou verzanden. De vrees dat de te verwachten kustontwikkeling al vrij spoedig tot een toestand zal leiden waarbij alleen kostbaar baggerwerk de verbinding met die water zou kunnen garanderen, lijkt echter ir het licht van latere studies en mede op gror i van ervaringen die inmiddels na de afsluitin van het Brouwershavense Gat zijn opgedaai niet gerechtvaardigd. 190

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 24