kunstwerk zijn gemakkelijk bereikbare werk
terreinen nodig met een los- en laadgelegen-
heid voor het overslaan van materieel en
materialen. De bouwput en de werkterreinen
moeten voldoende tegen stormschade be
veiligd zijn. Nadat de Oosterschelde is
afgesloten moet de waterdoorvoer door de
sluis zo snel mogelijk kunnen worden ge
realiseerd. De te maken ringdijken moeten
daartoe gemakkelijk en vlug kunnen worden
verwijderd. De op grond van waterloopkundige
overwegingen bepaalde vorm van het werk-
eiland Noordland moet zeker aan de zijde
van de stroomgeul Roompot onaangetast
blijven, terwijl ook het tracé van de ringdijk
aan de westzijde van de bouwput aangepast
moet blijven aan de aldaar aanwezige
hydraulische omstandigheden.
Het scheepvaartverkeer, dat ten behoeve van
de afsluitingswerken gebruik maakt van de
werkhaven Noordland, mag tijdens de aanleg
van de bouwput en de bouw van de sluis niet
worden belemmerd. En tenslotte: bij het
maken van de bouwput moeten de uit het
werkeiland Noordland vrijkomende materialen
zoveel mogelijk worden benut.
De bouwput (tig. 1 en 2) wordt gecutterd tot
een bodemdiepte van N.A.P. - 13,50 m. De
taluds worden in eerste instantie aangelegd
onder hellingen van 1 4 en 1 2,5. Nadat de
put met een bronbemaling is drooggezet
wordt de bodem verder tot N.A.P. - 14,50 m
verlaagd en worden de taluds onder hellin
gen van 1 2,5 gebracht.
De oppervlakte van de bodem van de put
wordt 110 x 325 m. Aan de westzijde wordt
een ringdijk gelegd met een kruinhoogte op
N.A.P. 9 m en een kruinbreedte van 5 m
(fig. 3).
Tussen deze dijk en de bouwput wordt een
werkterrein opgespoten tot een hoogte van
N.A.P. 3 m en met een oppervlakte van
3,5 ha. Het terrein wordt afgedekt met 5 cm
klei.
De ringdijk aan de oostzijde verkrijgt een
kruinhoogte van N.A.P. 7 m, een kruin
breedte van 10 m en een opbouw volgens
fig. 4. Deze dijk wordt aangelegd nadat de
cutterzuiger de door hemzelf gegraven bouw
put heeft verlaten.
Voorzover dit voor het maken van de nieuws
werken nodig is moeten onderdelen van het
werkeiland worden opgeruimd. Dit betreft
onder meer de stroomgeleidingsdam van
stortsteen aan de westzijde van het eiland,
de glooiingsconstructie van gepenetreerde
stortsteen en de bermbekleding van asfalt
beton aan de buitenzijde van het eiland, de
mijnsteenkaden en de glooiing van beton
blokken aan de havenzijde. In de haven moe
voorts een loswal worden verplaatst die
bestaat uit caissons.
Door het Rijksinstituut voor Drinkwatervoor
ziening te 's-Gravenhage is het waterbezwaa
in de bouwput aan de hand van uitgevoerde
pompproeven berekend op 5000 m3/uur. Het
aantal bronnen van de bronbemaling voor
het drooghouden van de bouwput zal onge
veer 100 bedragen.
196