4
5
zee en de zeegaten, blijkt het stroombeeld
in het kust- en overgangsgebied nogal
gecompliceerd te zijn.
Daar over het algemeen in een vast meet
punt een lineaire relatie bestaat tussen
de maximale vloedsnelheden respectievelijk
maximale ebsnelheden en de bijbehorende
getijrijzingen en -dalingen, is deze relatie
ook onderzocht voor het referentiemeetpunt
bij de golfmeetpaal BG II, gelegen op de
grens van het overgangsgebied en het
zeegebied. De stroomsnelheden zijn daar
van 12 december 1969 tot 10 januari 1970,
van 2 juni 1971 tot 22 juni 1971 en van 14
juli 1971 tot 12 augustus 1971 continu
gemeten op N.A.P.-5 m. Vóór de afsluiting
werden dus continu gegevens verkregen ge
durende 58 getijden; na de afsluiting werden
een serie van 40 en een van 58 getijden
Fig. 4. Verschuiving van het
kenteringstijdstip bij de kop
van Schouwen
Fig. 5. Verband tussen hori
zontaal en verticaal getij in
meetpunt BG-II
Fig. 6. Verloop van het hori
zontaal getij ter plaatse van
meetpunt BG-II vóór en na de
afsluiting
207