Versterking van de waterkering
rond de handelshaven te
Breskens
B. De werken langs de Westerschelde en de
kust van Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen
De hoogwaterkering rond de handelshaven
te Breskens in Zeeuws-Vlaanderen, lang
ongeveer 1 km, werd na de stormramp van
1 februari 1953 aangewezen als 'zwakke plek'.
Zulke zwakke plekken dienden voorrang te
krijgen bij de uitvoering van dijkverzdaringen
in het Deltagebied.
Dit dijkvak is in beheer en onderhoud bij een
tweetal waterschappen. Omdat de verhoging
ervan bijzondere problemen meebracht en de
werken vrijwel geheel op rijkseigendom
moesten worden aangelegd, zijn de voorbe
reiding en het toezicht op de uitvoering echter
verzorgd door de Rijkswaterstaat, arrondisse
ment Terneuzen.
In het tijdvak 1955-1960 werden verscheidene
plannen gemaakt, waarvan er in 1960 één
goedkeuring verwierf. Kort daarop echter
verscheen het eindrapport van de Deltacom
missie, en daarin werden hogere maat
gevende waterstanden voor de bepaling van
de aanleghoogte van waterkeringen genoemd
dan die waarmee in het goedgekeurde ont
werp rekening was gehouden. Het plan moest
dus worden gewijzigd. Deze herziening heeft
veel tijd gevergd, omdat over verscheidene
onderdelen, zoals de kruinhoogte van de dijk,
de toegangswegen tot het haventerrein en
de voorzieningen ten behoeve van de trans
porten tijdens de jaarlijkse bietencampagne,
opnieuw uitvoerig overleg moest worden ge
pleegd, soms met vele belanghebbenden. Het
definitieve ontwerp kon dan ook pas medio
1969 ter goedkeuring worden voorgelegd. Op
17 maart 1971 werd het werk openbaar aan
besteed. Het werd gegund voor een bedrag
van f2 150 000 (exclusief B.T.W.) aan de
laagste inschrijver, het Aannemingsbedrijf
Stegink te Vlissingen. Basalt klei, stalen
damwand met bijbehorende onderdelen en
hout voor de remmingwerken werden aan de
aannemer ter beschikking gesteld. In april
1971 werd met het werk een aanvang ge
maakt, nadat tevoren reeds enige uit de
oorlog resterende bunkers op het Spuiplein
ten behoeve van de dijkverzwaring waren
gesloopt. Het werk is op 7 december 1972
opgeleverd; de onderhoudstermijn loopt af
op 7 juni van dit jaar.
De kruinhoogte van de nieuwe waterkering
is gesteld op N.A.P. 7,50 m, bij een
ontwerppeil ter plaatse van N.A.P. 5,60 m.
De weg rond de haven, die voorheen als
waterkering fungeerde, lag op een hoogte vsn
N.A.P. 4 m, met het trottoir op N.A.P.
4,20 a 4,30 m. Met behulp van schotbalken
was het mogelijk de kerende hoogte te
brengen op N.A.P. 5 m. Als onvermijdelijk
gevolg van de dijkverhoging ging het ruime
uitzicht vanuit de benedenverdiepingen van
de woningen langs de Haven-westzijde, de
Grote Kade en de Scheldekade verloren;
vanuit de bovenverdiepingen is het uitzicht
op de haven en de Westerschelde behouden
gebleven.
,\l"
WBSTBR SCHEL DB
HANÖELSHAV N
212