5 GORINCHEM ERKEND waterend gebied zijn in het algemeen van bescheiden omvang. De meest vervuilde watergang in het onder zoeksgebied is ongetwijfeld de Donge. Deze watergang, die een vervuilingswaarde heeft van circa 250 000/inwoner-equivalenten, en vermoedelijk ook de Roode Vaart, zijn in de beschouwde periode een omvangrijke be lastingsbron geweest. De omvangrijkste be lastingen aan polderwater worden op het Hollands Diep uitgeslagen, via de gemalen nabij Strijensas en nabij Numansdorp en de gemalen 'Nieuwendijk', 'Niervaart' en 'Tonnen- kreek'. Via het Kanaal door Voorne wordt voornamelijk schut- en lekwater, alsmede polderwater op het Haringvliet geloosd. Gezamenlijk waren deze lokale belasting bronnen in het eerste halfjaar van '72 echter slechts verantwoordelijk voor 3-5% van de totale belasting aan fosfor- stikstofverbin dingen en zwevende stof, die in het Hollands Diep/Haringvlietbekken werd binnengebracht. Verreweg het grootste deel van de belasting komt van het rivierwater, aangevoerd door de Boven-Merwede en de Bergse Maas. Volledigheidshalve moet nog opgemerkt worden dat het aandeel van de lokale belas ting relatief zal stijgen, naarmate de verblijftijd van het water in het Hollands Diep en het Haringvliet toeneemt. Het onderzoeksprogramma van de project groep is eerder globaal ter sprake gekomen in Bericht 57. Het onderzoek is echter sinds dien geïntensiveerd. Met behulp van meet- wagens waarin geautomatiseerde apparatuur is ondergebracht, wordt maandelijks onder zoek verricht bij ongeveer twintig belastende bronnen, vooral gemalen. Met hulp van ver schillende waterschappen worden de totalen van de verontreinigingen bepaald. De meet en bemonsteringspunten in het ontvangend water zijn zo gekozen, dat ze niet onder directe invloed staan van lokale lozingen. Voorts zijn vrijwel alle meetpunten in de hoofdgeul van het bekken gelegen; zij worden representatief geacht voor het gehele dwars profiel. Het fysisch-chemisch onderzoek da twee-wekelijks plaatsvindt op 23 punten, wordt voor zover mogelijk gedeeltelijk ter plaatse met behulp van geautomatiseerde apparatuur uitgevoerd. De analyse van de monsters vindt plaats in de laboratoria van het R.I.Z.A. en de Deltadienst. Het bacterio logisch onderzoek wordt verricht op 17 plaat sen. De monsters worden in het laboratorium van het R.I.Z.A. onderzocht. Het hydrobiolo- gisch onderzoek vindt in zeven punten plaam, waarbij de monsters in het laboratorium var het Delta Instituut voor Hydrobiologisch On derzoek onderzocht worden op netplankton nannoplankton en chlorophylgehalten. Het onderzoek naar pesticiden en zware metale wordt eveneens maandelijks in zeven punte i uitgevoerd. Deze monsters worden in het laboratorium van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid onderzocht. Het onderzoe naar het voorkomen en het gedrag van zwa 3 metalen in slib wordt uitgevoerd door het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Harei (Gr.). Eerder is gesteld dat de kwaliteit van het water in het onderzoeksgebied wordt beïn vloed door de verblijftijd, die afhankelijk is van oppervlaktewaterafvoeren en het daar aan gekoppelde programma van lozingen rr t de Haringvlietsluizen. In de hier beschreven onderzoeksperiode bleven de Bovenrijn- afvoeren beneden de middelbare afvoer. He 238

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 20