Aanpassingswerken in het noordelijk deel van het Deltagebied In I" ;t noordelijk Deltabekken is na de af- slui ng van het Volkerak en het Haringvliet een min of meer afgezwakte getijbeweging ove gebleven met een middenstand op een hog r niveau dan voorheen. De gemiddelde laac waterstanden zijn soms aanzienlijk hoger dan /roeger en de gemiddelde hoogwater star ten zijn lager dan vóór de afsluiting van het Haringvliet. Deze wijziging van water star Jen heeft verstrekkende gevolgen onder mee voor de watervoorziening en de afwate ring van de verschillende polders, en voor het geb jik van havens en loswallen. De uitvoe ring /an het Deltaplan maakt het dan ook nod j, voor sommige in het Deltagebied ge legen objecten voorzieningen te treffen en best sande werken aan te passen aan de niet ve toestand. De 1 eltawet van 8 mei 1958 vermeldt de noo zaak van het uitvoeren van deze werken en v rorzieningen, wijst de uitvoerende in- star ies aan en regelt de bijdrage van het Rijk in d kosten. Artikel 3, lid 2 van deze wet is spe aal van toepassing op de aanpassing van watf staatswerken in het Deltagebied. Voor- zovf al het noordelijk Deltabekken betreft wor en in het hiernavolgende enige algemene oprr 3rkingen gemaakt over de aanpassing van wat 'staatswerken. In een volgende aflevering zuil» n enige op grond van artikel 3, lid 2, van de t eltawet aangepaste waterstaatswerken nad r worden bezien. Als oorbeelden van de aanpassing van wat' rstaatswerken denke men zich de ver ster ing van een polderbemaling, de ver- hog ig van boezemkaden, de wijziging van de uitrr rnding van rioolwaterafvoerleidingen, het stici en van een gemaal ter vervanging van een rije polderlozing, de vernieuwing van een loswal en het verdiepen van een haven. Om voor een bijdrage van het Rijk in aan merking te kunnen komen moet de aanpassing of de vervanging van het waterstaatswerk in het algemeen belang noodzakelijk of wen selijk zijn. De aanpassingswerken moeten tot stand worden gebracht door de beheerder. Deze kan zich daarbij doen bijstaan door een adviseur. In de kosten van uitvoering der werken, daarin begrepen de advieskosten, wordt een bijdrage van het Rijk toegekend van 100%. De minister van Verkeer en Waterstaat bepaalt óf en in hoeverre aanpassing van waterstaats werken noodzakelijk is. Tegen de beslissing van de minister staat beroep open bij de Kroon. Om te kunnen beoordelen welke waterstaats werken voor aanpassing onder de beschreven regeling in aanmerking komen is destijds begonnen met een inventarisatie van de in het noordelijk bekken aanwezige werken. Van de bemalingsinstallaties is een overzicht op gesteld waarbij de capaciteit en het type van de pompen en motoren werden vermeld. Voor de capaciteitsbepaling zijn uitgebreide afvoer- metingen verricht. Van havens en loswallen zijn de bodemdiepten, aard en constructie van de objecten en de aard en intensiteit van het gebruik vastgelegd. Deze gegevens zijn in het algemeen bepaald naar de toestand per eind 1962. In die tijd zijn namelijk de gegevens bekend geworden over de invloed van de afsluiting van het Haringvliet op de water standen in het noordelijk Deltabekken en is aangegeven met welke waterstanden rekening zou moeten worden gehouden bij de aanpas sing van waterstaatswerken. 251

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 33