toe tot ongeveer 20 m per jaar. De laagwater- lijn kwam als gevolg daarvan zo dicht bij de in 1965 aangelegde duinregel te liggen, dat op korte termijn maatregelen moesten worden getroffen. Om de veiligheid van de waterkering voor lopig te verzekeren werden in de winter van 1969-1970 en nadien in 1971 zandsuppleties uitgevoerd van respectievelijk 400 000 m3 en 600 000 m3. In beide gevallen werd het zand gewonnen in het Grevelingenbekken en over een afstand van ongeveer 5 km naar het strand voor de Kop van Goeree geperst. Op het strand werd het zand langs met behulp van bulldozers gemaakte perskaden naar de gewenste plaatsen geleid. Gedurende het werk in 1969 trad een verlies op van ongeveer 50%. Hierbij inbegrepen is echter de normale erosie, die vrij hoog moet Aanleg van perskaden met b s- hulp van een bulldozer Fig. 1. Teruggang van de L. Af lijn aan de kop van Goeree sinds het eind van de 17e eeuw 224

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 6