zijn geweest gezien het ongunstige winter seizoen en de vrij lange duur van de uit voering, namelijk dertien weken. Bij de tweede suppletie, in 1971, werd in 6 weken een hoeveelheid van 600 000 m3 op het strand aangebracht. Het verlies was nu slechts ongeveer 25%. Hierbij moet bedacht worden dat het aan de Kop van het eiland Goeree verloren zand grotendeels ten goede komt aan de aangrenzende kustgedeelten. Als gevolg van de kunstmatige zandtoevoer was de kustlijn in 1971 zo ver zeewaarts ver schoven, dat de zeewering ter plaatse tot 1973 voldoende beveiligd was tegen storm vloeden. De suppleties compenseren dus wel de achteruitgang van enkele jaren, maar brengen geen wijziging in het erosieproces. De achteruitgang van de kust gaat na de uit voering van de suppletie dan ook onver- Ze izuiger met drijvende pers- minderd door. Dit jaar zal daarom opnieuw lei ng in het Grevelingenmeer een suppletie worden uitgevoerd, in drijf voor de zandaanvulling Zoals reeds werd opgemerkt zal de erosie van de koppen van de eilanden waarschijnlijk toenemen als gevolg van de uitvoering van het Deltaplan. Bij de Kop van Goeree bestaat sinds de afsluiting van het Brouwershavense Gat in mei 1971 reeds vrijwel de stromings toestand die men daar bij voltooid Deltaplan verwacht. Afsluiting van de Oosterschelde zal naar verwachting weinig invloed meer hebben op de getijbewegeing bij Goeree. Teneinde een goed beeld te krijgen van de wijzigingen die zich voordoen in het geulen en bankenstelsel voor de kust, wordt de laatste jaren het gehele kustgebied regelmatig nauwkeurig gelood, terwijl bovendien stroom metingen worden uitgevoerd. De verande ringen in de bodemfiguratie blijken, over- 225

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1973 | | pagina 7