AFWAAIING OPWAAIING
Fig. 1. Schematische voor
stelling van de mogelijke ont
wikkeling van een onverdedigi e
oeverstrook
bieden aan golfslag en stroming. In de oever
zone aanwezige vegetatie kan een soortgelijk
effect hebben. Door sedimentatie van inge
vangen zand en slib ontstaat bovendien
niveauverhoging ten opzichte van de water
spiegel. Steile randjes kunnen hiervan het
gevolg zijn.
Aanhoudende golfslag en stroming tenslotte,
kunnen afhankelijk van bodemsamenstelling,
structuur en beworteling, resulteren in hoge
steile randen van 30 tot 80 cm.
Zoute bekkens
Als voorbeeld van de vegetatie-ontwikkeling
in een zout bekken beschrijven we de gang
van zaken in het Grevelingenmeer, waarvan de
saliniteit, afhankelijk van verdamping, neerslag
en spuien, varieert van 16 000 tot 17 000 mg
Cl'/I. Voor de afsluiting van het Grevelingen
meer in 1971 vond men op de oevers, die
onder dagelijkse getijde-invloed stonden,
weinig of geen hogere planten. Wel werden
er velden van zeegras gevonden. Toen het
waterpeil bij de afsluiting werd gefixeerd op
N.A.P. -20 cm vielen grote delen van de voor
malige oeverzone droog. Wind en golfslag
kregen op de vlakke en onbeschermde oevers
vrij spel. Als gevolg van deze erosieve krach
ten kwam plaatselijk afslag van de oevers
voor. Vooral langs de diepere geulen van de
Hompelvoet heeft dit tot gevolg gehad dat de
oeverlijn zich heeft gewijzigd, en dat er zich
plaatselijk 'klifkusten' hebben gevormd, soms
70 en 80 cm hoog. Elders langs deze oever
heeft de aanwezigheid van een natuurlijke
oeververdediging in de vorm van schelpen-
banken of een schelpendek de erosie eniger
mate belemmerd. Was deze afdekkingslaag
blootgespoeld of blootgewaaid, dan kregen
wind en golven minder vat op de oeverstrool
op zulke gedeelten vindt men thans lage doch
steile randjes van 1 tot 5 cm hoogte, of een
vlakke kust.
Op de Slikken van Flakkee treft men weinig
steile oevers aan. Op het zeer flauwe talud-
de helling bedraagt plaatselijk niet meer dar
1 °/oo kunnen de golven ongestoord uitloper
waarbij weinig turbulentie optreedt, en dus
weinig materiaaltransport.
Een andere wijze van natuurlijke oeverver
dediging wordt gevormd door begroeiing me
en aanspoeling van wier en zeegras, die óf d3
stroming en de golfslag remt óf de oever en
het aansluitende onderwatergedeelte zodan
afdekt, dat erosie in meerdere of mindere
mate wordt tegengehouden. Doorgaans ont
staat voor een brede of hoge veekgordel -
veek is een ander woord voor plantaardig
aanspoelsel - een steil randje, of hij vormt b
een vlakke oever een wal, waarachter een h f
ontstaat. In vele ondiepe gedeelten van het
zoute Grevelingenbekken breiden zich zee
grasvelden uit.
Na verloop van tijd treft men op de voor
malige kale oeverstroken de eerste pionier-
planten aan, zoals Zeekraal en Schorrekruic
De begroeiing kan zand en slib invangen en
zodoende obstakels vormen voor over
spoelend water.
Naarmate de vegetatie-successie voortschri It,
of als een ingezaaid plantendek aanslaat,
treedt een verdergaande natuurlijke oever
bescherming op. Enerzijds worden bodem
partikeltjes door de plantenwortels beter bij
eengehouden dan in de oorspronkelijke, mi
of meer losse pakking het geval was, ander
zijds kan enige verhoging van het landnivea
optreden door sedimentatie, waarbij kleine
278