Het uitgestrekte landschap van
de voormalige slikken met zwak
hellende over. Op de achter
grond het Grevelingenmeer en
de kust van Schouwen
Spartinaduintjes op de over
gang van het voormalige slik en
het voormalige schor. Als de
wind op de kust staat kan het
meerwater tot aan de schorrand
worden opgeblazen
af: liting hebben voorgedaan zijn winderosie
en ccumulatie en af- en opwaaiing, waardoor
re Imatig grote delen van het voormalige
sl, overspoeld worden met water vanuit het
mt >r.
De grote diversiteit van patronen en vormen
in et gebied is grotendeels te danken aan
pr essen die in het voormalige getijden-
sy eem werkzaam waren. Deze processen
zi) door de afsluiting beëindigd, maar het
ge morfologische beeld is er als getuige van
ov gebleven en verleent daardoor aan het
ge ed een eigen karakter.
Be chouwen wij nu eerst de bodemgesteld-
he van de bovengrond, tot ongeveer 1,20 m
on er het maaiveld. Bodemkundig zijn de
SI ren van Flakkee in eerste instantie onder
te erdelen in twee grote gebieden: de voor
malige slikken en de voormalige schorren.
De voormalige slikken zijn wat betreft de
bodemsamenstelling nogal uniform. We treffen
in feite slechts één profieltype aan, bestaand
uit middelfijn kleiarm zand tot aan het opper
vlak. Op de voormalige schorren komt heel
wat meer variatie voor. Een algemeen ken
merk van de hier voorkomende bodem
samenstelling is dat op een enkele meters dik
zandpakket een meer kleirijke laag voorkomt.
Op grond van de profielopbouw kunnen op de
voormalige schorren vier grote bodemgroepen
onderscheiden worden: de bodems van het
oude schor, met de bekade delen, van het
middenschor - de kommen van de schor-
rand - dat is de zone van het schor die grenst
aan het slik - en van de overwallen. Op grond
van de verschillen in de begindiepte van het
zand en van de texturele samenstelling van de
295