van 15 ha reikt hij hoger dan N.A.P. 0,50 m.
Tussen de plaat en het diepere water bevindt
zich een uitgestrekte ondiepe zone. Hoewel
het gebied al door vele oeverrecreanten is
ontdekt, moet het - vooral vanwege de laag
gelegen, drassige bodem - ongeschikt wor
den geacht voor enkele uren verpozing. Het
voor de recreatie in te richten deel zal daarom
worden opgespoten tot N.A.P. 0,70 m.
Vanwege zijn betrekkelijk geringe breedte zal
de plaat worden ingericht als openbaar oever
terrein. De tamelijk lange oever kan daarbij
een grote variatie verkrijgen, zodat verschil
lende aspecten van de recreatie tot hun recht
kunnen komen. In het plan is geen plaats in
geruimd voor accommodaties voor de ver-
blijfsrecreatie, zoals campings of bungalow
parken. Een en ander sluit aan op de door de
regering als uitgangspunt aanvaarde inrich-
tingsschets voor het Grevelingenbekken die in
1967 door de Commissie Inrichting Delta
wateren werd vervaardigd (Bericht 45,
augustus 1968).
De inrichting van het gebied is afgestemd op
intensieve bezetting in het centrale deel en
meer verspreid gebruik westelijk daarvan; het
oostelijke deel verkrijgt meer het karakter van
een natuurgebiedje.
In het centrale deel kan men weer twee delen
onderscheiden: enerzijds een oeverstrook
langs de westrand van een ruime baai, die is
ontworpen ter plaatse van een bestaande
ondiepe inham; en anderzijds een oeverstrook
langs het open water van de Grevelingen, die
tegen aantasting door golven en stroom ver
dedigd wordt door een onderbroken grinddam
een eindweegs uit de oever op de dieptelijn
van N.A.P. - 0,70 m en een aanvullende ver
dediging van grindasfaltbeton langs de droge
oever.
De bodem van de baai verloopt vanaf de
oeverlijn onder een helling van maximaal
1 50 naar een diepte van 1,80 m; de baai is
daardoor geschikt voor gebruik door kleine
kinderen en minder geoefende zwemmers. De
langs de andere oeverstrook achter de grind
dam gelegen ondiepe vooroever, - maximaal
100 m breed - biedt een ruime speelgelegen-
heid voor kinderen. Meer geoefende zwem
mers kunnen via de openingen in de grind
dam dieper water bereiken.
Westwaarts verenigen de beide delen van de
oeververdediging, de grinddam en de asfalt-
glooiing, zich tot één geheel. Over een afstan i
van rond 500 m vormt de verdediging daar de
begrenzing van een waterzone die zich voort
durend zal verdiepen, totdat een diepte van
wellicht N.A.P. - 1,50 m is bereikt. De moeiIijt
begaanbare verdediging zal het te water gaai
beperken. Deze oever zal daardoor rustiger
blijven en wellicht geschikt zijn voor henge
laars. Ook is hier een trailerhelling ontworpei
voor het te water laten van bootjes.
Het oostelijke deel van de plaat wordt aan ds
natuur overgelaten; het bestaat uit nauwelijk;
drooggevallen grond en ondiep water. Water
waarts moet dit gebied worden vastgelegd
door een grinddam, waarin op enige plaatser
verlagingen zijn aangebracht ten behoeve vai
de verversing van het water achter de dam.
De oeververdedigingen zijn ontworpen naar
anologie van de in het Veerse Meer gebruike
lijke constructies. De algemene principes
daarvan zijn uiteengezet in reeds genoemd
Bericht 62.
312