Plaatval in de Roggenplaat
In iet weekeinde van 6 op 9 april 1973 trad
ee i plaatval in de Oosterschelde op en wel
ae l de noordzijde van de Roggenplaat,
te enover de oostelijke havendam van de
Sc ïelphoek.
D< val werd geconstateerd door personeel
vs i de Visserij-inspectie, dat ter plaatse
m sselpercelen had uitgezet. Op 10 april
's vonds werd de meetdienst van de Rijks-
w erstaat te Zierikzee op de hoogte gesteld.
0 12 april verrichtte deze dienst ter plaatse
ve de val een peiling. Omdat in het betref-
fe de gebied in het verleden alleen overzichts-
ps lingen hadden plaatsgevonden, werd het
as ital meetraaien voor dit geval verdubbeld.
B de peilingen is gebruik gemaakt van het
rs iografisch plaatsbepalingssysteem Decca.
D daarbij gebruikelijke raaiafstand van on-
gs eer 180 m was teruggebracht tot ongeveer
9( m.
D laatste peilingen vóór het optreden van de
h; r besproken val hadden plaatsgevonden
in Ie nazomer van 1971. De val, zo blijkt uit
vs gelijking der peilingen, is in hoofdzaak
Oj getreden in de raaien C 3.20; C 3.45 en
C 5.70 met als centrum raai C 3.45; het
b de val verplaatste zand heeft zich voor-
n; nelijk in noordwaartse richting bewogen
er is terechtgekomen in de diepe put van de
H Timen. Deze diepe geul had aanvankelijk
es diepte van ruim 52 m; door de val werd
d teruggebracht tot ruim 30 m. De totale
ve dieping bedroeg 1 260 900 m3, verspreid
ovgr een oppervlakte van 180 900 m2, hetgeen
es i gemiddelde diepte van 7 m impliceert,
m t als maximum een verdieping van 12,8 m,
gf ronstateerd in raai C 3.45. De totale ver-
0 dieping van de put in de Hammen bedroeg
1 75 900 m3 over een oppervlakte van 128 700
m2, hetgeen neerkomt op een gemiddelde
verondieping van 8,40 m. Hier is de maximale
in raai C 3.45 opgetreden verondieping 21 m.
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat van de
afgeschoven hoeveelheid specie 85% is
teruggevonden in de geul. Dat is bijzonder
veel; in de meeste gevallen wordt een aan
zienlijk geringer deel van de verplaatste
specie in de aangrenzende geul teruggevon
den.
Fig. 1. Situatie van de plaatval
in de Roggenplaat, tegenover
Schelphoek
315