A De werken van het Deltaplan
B het ontwerpen van de grote uitwaterings- Metingen aan de
sl zen in het Haringvliet is in ruime mate Uarim«wliotel.ii-»an
g ruik gemaakt van modelonderzoek. Bij dat naringVlieiSIUIZen
m delonderzoek werd niet alleen aandacht
bi teed aan de te verwachten uitwendige
b istingen op de constructie, maar ook aan
d vijze waarop de verschillende delen van
d constructie op die belastingen zouden
re geren. Men vindt over dit onderwerp arti-
k ïn in Bericht 12 (mei 1960), 15 (februari
1f 1) en 20 (mei 1962).
A: ijdens het onderzoek werd door onder-
zc kers, ontwerpers en toekomstige gebrui
kt s van het kunstwerk de behoefte gevoeld
at informatie omtrent de in werkelijkheid
o, redende belastingen en de door die belas-
tii en veroorzaakte gedragingen van de
c< structie. In 1963 is dan ook opdracht
gi even aan het Waterloopkundig Laborato-
ri n om de coördinatie te verzorgen van
o; /verp en vervaardiging van een meetinstal-
la 5 voor de voltooide sluizen.
Ir Bericht 23 (februari 1963) en 42 (november
1' 7) is al sprake geweest van de achtergron-
d en de uitvoering van dat meetsysteem.
D keer willen we een beknopt overzicht
g< en van de tot nu toe uitgevoerde metingen
e' de resultaten daarvan. Alle metingen
w den uitgevoerd met behulp van apparatuur
d! is aangebracht in pijler 8 - middenin het
si zencomplex-, en op de aan die pijler
o ehangen zee- en rivierschuit.
D metingen aan de sluis kunnen worden
g angschikt naar het doel dat ermee beoogd
vt dt. We krijgen dan vier groepen: excitatie-
rr ingen, momentane correlatiemetingen,
ti -correlatiemetingen en permanente bewa-
k gsmetingen. Deze metingen worden nu
ai itereenvolgens besproken.
D excitatiemetingen hebben ten doel, de
t Ings-karakteristieken van de nabla-iiggers
e van de schuiven te meten en de invloed
d arop van het omringende water vast te
s ien. Men hanteert bij deze metingen een
t; hniek waarbij een in de tijd variërende
k cht van bekende grootte op de constructie
v rdt uitgeoefend. Die constructie raakt daar-
c' or in trilling en de veroorzaakte trillingen
w rden gemeten. Zulke meetseries zijn uitge-
v ard voor en tijdens het inunderen van de
b jwput.
In feite zijn ze een eenmalige aangelegenheid
geweest, waarover verslag is uitgebracht in
Bericht 42 (november 1967).
Momentane correlatiemetingen dienen om de
onmiddellijke samenhang te bepalen die er
onder extreme omstandigheden bestaat tussen
de hydro-dynamische grootheden en de op
het kunstwerk uitgeoefende krachten. Tevens
dient daaruit naar voren te komen of en
onder welke omstandigheden er beperkingen
moeten worden opgelegd aan de bedrijfs
voering. Ook zal men aan de hand van de
vastgestelde momentane correlaties de sta
tistische gegevens kunnen aanvullen die de
tijd-correlatiemetingen opleveren. Die aan
vullingen zullen vooral liggen in het gebied
van de extreme omstandigheden.
Men kan dit soort metingen nader verdelen
in trillingsmetingen, die worden verricht
wanneer, met name bij grote vervallen, de
sluisdeuren gedeeltelijk worden geheven; en
golfklapmetingen, die men uitvoert bij noord
wester of zuidooster storm.
Trillingsmetingen
Eén van de factoren die zou kunnen leiden
tot het opleggen van beperkingen aan de
bedrijfsvoering van de uitwateringssluizen,
wordt gevormd door het optreden van trillin
gen in de schuiven bij het spuien of inlaten
van water. Het water dat onder de schuif
doorstroomt kan een in de tijd wisselend
stroombeeld vertonen, met als gevolg dat er
drukvariaties optreden op de onderzijde van
de schuif. De schuif zal dan gaan trillen met
een bepaalde frequentie en amplitude. Naar
mate de frequentie van de drukvariatie dichter
komt te liggen bij de eigen frequentie van de
elastisch opgehangen schuif, zal de amplitude
343