WmêmmQÊM
"tr- -
In net algemeen wordt bij het vooronderzoek,
h' ontwerp en de uitvoering van een water-
si atkundig werk in de eerste plaats uitge-
gi in van materieel en materialen die voor-
h iden zijn. Bij de voorbereiding van de
a luiting van de Oosterschelde ligt dat anders.
H r moeten voorzover dat technisch en
e onomisch mogelijk is, de constructies van
si nmige onderdelen van het werk en de
f, ering van de uitvoering worden aangepast
a n de bijzondere eisen die deze afsluiting
s It. De risico's die verbonden zijn aan het
I, gzaam maar zeker plaatsen van een on-
v wrikbare waterscheiding in de labiele
s nenhang van stroom, lucht en bodem van
d Oosterschelde, vereisten vooral vanwege
o' grote schaal van het probleem, een buiten-
o wone voorzichtigheid.
D ze overweging, gegrond als ze is op uit-
- J
-y pi
ii
>,(-7' X.ïï.-: XiX
KS -?*•«;." 'yW '-"«JV'
-
- -
,:%r i~f -i,-.i- i'
gebreid waterloopkundig en grondmechanisch
onderzoek, heeft onder meer geleid tot de
vaststelling dat er nieuwe bodembescher
mingsconstructies moesten worden uitge
vonden en dat de gebruikelijke afmetingen
van zulke constructies niet langer bruikbaar
waren. Ook de wijze van aanbrengen van deze
bodembeschermingen in het overgangsgebied
tussen de stabiele afsluitdam en de dynami
sche bodem van de Oosterschelde, behoefde
herziening. Deze overweging rechtvaardigt ook
de grote investeringen die voor het betrekke
lijk korte fabricage- en verwerkingsproces van
de zinkstukken - 2,3 miljoen m2 in 3 jaar -
nodig zijn, grote investeringen voor bodembe
schermingen die slechts betrekkelijk kort zul
len functioneren, alleen immers in de jaren
van 1974 t/m 1979, tijdens de opbouwfase
van de primaire afsluitdammen en het aan
brengen van zand aan weerszijden van de
dammen.
Zoals in Bericht 64 (mei 1973) in het artikel
Bodembeschermingen-ervaringen en ont
wikkelingen' reeds is gesteld, is bij de afslui
ting van de Oosterschelde mede op grond van
prijsvergelijking met onder meer de gesloten
bodembescherming van asfaltmastiek, ge
kozen voor bodembeschermingen die water-
doorlatend en zanddicht zijn, te weten semi-
klassieke stukken van filterdoek en hout,
blokkenmatten en steenasfaltmatten.
Met deze constructies wordt bereikt dat geen
wateroverdrukken onder de bodembescher
ming zullen optreden terwijl toch voorkomen
wordt dat het zand van de onderliggende
bodem door de zinkstukken heen wordt ge
zogen. Aangezien de paalworm die in het
water van de Oosterschelde welig tiert, het
hout van de semi-klassieke stukken aantast,
worden deze stukken slechts onder de win-
tersluitgatdrempels van de primaire dam
toegepast. Deze stukken behoeven immers
maar één winter lang te functioneren; de
ervaring wijst uit, dat ze dan nog praktisch
onaangetast zijn. Voor de wintersluitgaten
heeft men 450 000 m2 aan bodembescher
ming nodig. De bodembeschermingen aan
weerszijden van de primaire dammen zullen
bestaan uit 800 000 m2 blokkenmatten in het
sluitgat Roompot en uit 1 000 000 m2 steen
asfaltmatten in de sluitgaten Schaar van
Roggenplaat en Hammen.
De produktie van de blokkenmatten vindt,
zoals Bericht 66 (november 1973) beschrijft,
plaats in een speciaal daarvoor gebouwde
fabriek op de wal van de werkhaven Sophia-
polder. Het uitleggen ervan geschiedt met een
eveneens speciaal daarvoor geconstrueerde
ponton.
363