Onderzoek naar de primaire
produktie van fytoplankton
in de wateren van het
Deltagebied
Wanneer na de voltooiing der Deltawerken
het Zeeuwse Meer ontzilt zou worden met
water rechtstreeks afkomstig uit Rijn en
Maas, dan zou het meer sterk eutrofiëren.
Het water van onze grote rivieren bevat na
melijk zeer veel plantenvoedingsstoffen,
waarvan fosfaat- en stikstofverbindingen de
belangrijkste zijn. In natuurlijke wateren zijn
de concentraties van deze nutriënten
meestal gering, en ze werken daar dan ook
beperkend op de primaire produktie van
algen en waterplanten. De concentraties in
het rivierwater zijn tegenwoordig echter der
mate hoog, dat ze de algengroei niet langer
beperken.
Onder primaire produktie moet worden ver
staan de vorming van levend materiaal, door
algen of waterplanten, uit koolzuur en water
onder invloed van licht, volgens de basis
vergelijking:
6 CO2 6 H20-> 6 O2 Cé Hi2 Oé
De gevormde glucose (Cé H12 Oé) wordt ge
bruikt voor verdere omzettingen tot allerlei
koolhydraten, vetten, eiwitten en andere stof
fen die essentieel zijn voor de opbouw van
een organisme.
Wanneer de toevoer van voedingsstoffen klein
is zal ook de primaire produktie klein zijn, ter
wijl bij een ruime toevoer de produktie veel
groter zal kunnen zijn. Door het zo te stellen
koppelt men de eutrofiëring dus aan de pri
maire produktie. Er zijn echter ook andere be
naderingswijzen mogelijk, wanneer men bij
voorbeeld de trofiegraad - dat is de rijkdom
aan nutriënten - koppelt aan andere indica
ties, zoals de samenstelling van de levens
gemeenschap of de zuurstofhuishouding.
De vraag rijst, in welke opzichten oligotrofe
of voedselarme meren zich van eutrofe,
voedselrijke meren onderscheiden. 01 igotrof»
meren hebben zoals reeds opgemerkt een
kleinere primaire produktie dan eutrofe. Het
blijkt echter dat de produktie per oppervlakte
eenheid geen scherpe scheiding teweeg
brengt tussen oligrotofe en mesotrofe - matii
voedselrijke -, en mesotrofe en eutrofe wate
ren. Eutrofe meren hebben soms een lagere
produktie dan mesotrofe. De karakterisering
eutroof/mesotroof berust dan natuurlijk op
andere parameters, zoals zuurstofhuishoudim
en samenstelling van de levensgemeenschap
In figuur 1 is de primaire produktie van enige
wateren met een verschillende trofiegraad uil
gezet tegen de diepte. Daarbij valt op dat het
optimum van de primaire produktie bij toe
nemende voedselarmoede van het water
dieper ligt, en dat tevens de primaire produk
tie in het optimum afneemt. Het produktie-
optimum ligt juist tussen het gebied waar eei
teveel aan licht de algengroei remt, en het
gebied waar de produktie beperkt wordt doo
een tekort aan licht.
De primaire produktie, gemeten in het licht-
optimum, is dan ook een veel betere maat orr
de trofiegraad te karakteriseren dan de pro-
duktie/m2. De produktie per oppervlakte
eenheid is in eutroof water wel groter dan in
oligotroof water, maar door de geringere dikt
van de laag waar nog produktie plaats vindt,
de zogenaamde eufotische zone, is dit ver
schil niet zo groot als men op grond van de
optimale produkties zou verwachten. De licht
doordringing is in eutroof water nu eenmaal
geringer dan in oligotroof water. Dit verschil
wordt veroorzaakt doordat in eutroof water
meer algen en dode organische stof voor
komen, die het licht beletten diep door te
dringen. Dit noemt men het zelfbescha-
326