wonden. Is het einde van de mat - dus het
kopeinde van het stuk op de bodem - in de
nabijheid van de helling van het produktie-
platform gekomen, dan wordt de randver-
zwaring van betonblokken met de huipbalk op
het doek geplaatst en met dit doek en de
staaldraden van de wapening verbonden.
Nadat het laatste steenasfalt op het doek is
verdeeld, wordt de mat verder op de rol
gewerkt. De huipbalk, weer bevestigd aan de
lier op het schip en aan de kabels van de
mat, moet voor de nodige tegenkracht zorgen
wanneer de mat het produktieplatform ver
laat. De huipbalk wordt daarbij door het water
meegevoerd en tenslotte aan de voorkant
van het schip van de mat verwijderd met
behulp van de traverse. De verplaatsings
snelheid van de mat tijdens de produktie
bedraagt maximaal 1,5 m per minuut, over
eenkomende met een rotatiesnelheid van de
rol van 3 a 4 omwentelingen per uur.
De remkrachten die met de spijkerrol op het
doek worden uitgevoerd tijdens de produktie
van de mat liggen tussen de 45 en 60 ton.
Door deze remkrachten wordt de horizontale
verplaatsing van de mat op het platform in
de vereiste verhouding gebracht tot de
roterende verplaatsing van de mat op de rol.
De verhouding tussen deze verplaatsingen
komt voort uit de voorwaarde dat de mat
tussen de helling van het produktieplatform
en de rol niet zodanig mag gaan doorhangen
dat er breuk in het steenasfalt van zou kun
nen komen. In verband daarmede is de mini
mum kromtestraal voor de mat gesteld op
4 m.
De verhouding in de verplaatsingen wordt
gecontroleerd door twee automatisch regis-
Een blik op het produktie
platform
trerende lengtemeters en wel één op het
platform en één op de matrol.
De vervaardiging en het oprollen van een
steenasfaltmat van 17 x 200 m, waarvan het
gewicht 850 ton bedraagt, vergt ongeveer
10 uur: 4 uur fabricage en verwerking van he
steenasfalt en 6 uur bijkomende werkzaam
heden, zoals het aanvoeren van materialen
en het aanbrengen van de randverzwaringen
Plaatsing van de steenasfaltmatten
De matten worden omstreeks de laagwater-
kenteringen gelegd. Daartoe is besloten om
dat de variaties in richting en grootte van de
stromingsdrukken op de matten tijdens de
uitlegprocedure, en zeker in de beginfase
daarvan, niet te groot mogen zijn.
Daarom moet de Jan Heymans op zijn minst
twee uur voor de laagwaterkentering met het
372