1 kwabaal heeft sindsdien de diepstliggende p aiplaatsen niet meer gebruikt en hij paait r op veel ondiepere plaatsen, een meter of c rtig beneden het wateroppervlak. Ook het 2 öplankton wordt door eutrofiëring beïnvloed, t kend is het verdwijnen van de watervlo E smina coregoni longispina uit eutrofiërende r aren. De soort werd in de meeste gevallen v rvangen door Bosmina longirostris. Het f oplankton reageert meer onmiddellijk op de e trofiëring. Alle fytoplankton (zie fig. 6) heeft v or zijn groei nutriënten nodig, maar er be- s ran grote verschillen in nutriëntenbehoefte t ;sen de onderscheidene planktonsoorten. S mmige diatomeeën groeien bij fosforcon- c ntraties van 1 microgram per liter, terwijl a dere soorten bij veel hogere concentraties a niet meer groeien. Door onder andere deze verschillen in nutriëntenbehoefte, verschilt het fytoplankton van oligotrofe en eutrofe meren aanzienlijk in samenstelling. Blauwwieren treden meestal sterker op naar mate het water eutrofer is. Het verschil in samenstelling van het plankton in eutroof en oligotroof water kan niet alleen verklaard worden uit het verschil in de mini male nutriëntenbehoefte van algen. Algen met een lage behoefte aan fosfor verdwijnen immers bij hogere fosforconcentraties. In monoculturen laten de meeste onderzochte soorten uit oligotroof water zich evenwel goed kweken bij hogere fosforconcentraties. Het is wel zeker dat de verandering van het fyto plankton door veel meer factoren veroorzaakt wordt dan alleen de nutriëntenconcentratie. Belangrijk zijn onder andere uitscheiding van remstoffen en selectieve vraat door zoöplank ton. Eutrofiëring heeft vele ingrijpende gevol gen voor een ecosysteem, waaronder ver scheidene met een voor ons negatieve waarde. Ongunstig is allereerst de met de eutrofiëring toenemende labiliteit van de zuurstofbalans die blijkt uit de sterker wordende fluctuatie van het gehalte over het etmaal, de zuurstof loosheid van hypolimnia in gestratificeerde meren, en de sterke vermindering van zuur stofconcentratie door plotseling afsterven van algenbloei. Voorts heeft eutrofiëring zijn be zwaren voor de drinkwaterwinning: filters ra ken verstopt door algen, algen scheiden soms onaangename reuk- en smaakstoffen af, opge loste organische stoffen doen de zuiverings- kosten toenemen. Dan zijn er tenslotte nog een aantal niet te onderschatten esthetische bezwaren, alsook bezwaren voor recreatie, landbouw en visserij: drijvende lagen blauw- F 4. Van boven naar be- n Jen: houtingachtige, Kwabaal, B asem F 5. Bosmina coregoni, een z aplanktonsoort behorende tot d cladocera 329

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 7