ds nabijgelegen strokartonfabriek via de Groninger kanalen op het Lauwersmeer was v >ortgezet. Dit water, dat thans via de pers- k iding op het Groninger Wad wordt geloosd, b3vat zoveel afbreekbaar organisch materiaal, dit een vergaande uitputting van het zuurstof- g rhalte van het Lauwersmeer het gevolg zou z jn geweest. V jrloop van de ontzilting der drooggevallen g onden li tegenstelling met de gunstige ontwikkeling 0 3 het meer verloopt de ontzilting van de d ooggevallen gronden veel minder snel dan v\ 3rd verwacht. Er valt hier een markant ver- s hil te constateren met de gang van zaken ode drooggevallen platen van het Veerse k eer, zoals de Haringvreter. Zoals daar was a ngetoond mocht ook hier worden verwacht dat het regenwater - of in het algemeen ge zegd de neerslag - door de zandgronden naar beneden percoleert en ondergronds naar prielen en geulen afvloeit. Tegen de verwach tingen in verloopt dat proces in de droog gevallen gronden van de Lauwerszee veel trager. Een cumulatie van geringe verschillen vormt daarvan de verklaring. Allereerst zijn de gronden hier fijner van korrel (ca. 100 mu) en iets slibrijker, en hebben dus een kleiner poriënvolume en een grotere capillaire werking. Bovendien is de onderlinge afstand tussen de afwaterende geulen of prielen hier enkele keren zo groot; ook ligt het maaiveld gemiddeld lager ten opzichte van het peil van het meer. Deze factoren maken samen dat de zandgronden in de Lauwerszee vrijwel geen berging hebben, waardoor de gevallen neerslag grotendeels ES?" -A L -V;

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 49