De oevers zijn over een grote lengte ingeplant met riet en biezen juist in de snelheid van ontzilting. Over vele decennia zal ook hier wel een opgaande beplanting, een soort moerasbos ontstaan. Maar om ook de huidige generatie nog enig opgaand gewas te bieden pleiten sommigen voor een kunstmatige versnelling van dit proces. Voor veel waterrecreanten vormen de kale zandplaten geen aantrekke lijke omgeving. Een versnelde natuurlijke successie, waarbij kleinere gedeelten van het gebied worden ontzilt en ingeplant zou in het hart van het Lauwerszeegebied een aantal welkome verticale elementen opleveren. Anderen zijn tegenstanders van een dergelijke menselijke ingreep en zijn meer geïnteres seerd in de spontaneïteit van de natuur zelf. Voorlopig is de keuze nog niet bepaald. waarden zijn globale gemiddelden en sterk afhankelijk van de hoogteligging van de platen. Alleen zouttolerante plantensoorten kunnen hierbij gedijen, en meer opgaande plantensoorten kunnen in dit milieu niet bestaan. De geschetste ontwikkeling blijft ver achter bij de visie van het streekplan dat in 1969 door de provincies Friesland en Groningen in samenwerking met de dienst Lauwerszee- werken werd opgesteld. Men voorzag de ontwikkeling van 'een rijk gevarieerde be groeiing, een gevarieerd landschap dat zich bij uitstek voor vestiging en verblijf van een rijke fauna leent'. Hoewel een tijdsbestek daarbij niet werd genoemd, mag worden aan genomen dat deze ontwikkeling binnen een redelijke termijn werd verwacht. Het verschil tussen theorie en werkelijkheid ligt echter De verder van het Lauwersmeer gelegen gronden worden overeenkomstig de inrich tingsplannen thans bekaaid en ontwaterd. Daarvan is thans 2000 ha gereed, waarvan 400 ha werd ingeplant. Ten opzichte van het geringe bosareaal van de provincies Gro ningen en het noordelijk deel van Friesland betekent deze toeneming reeds een grote verruiming van de recreatieve mogelijkheden. 424

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 52