het kustwater. Enig optimisme in dezen is wel gerechtvaardigd: tijdens de ministersconfe rentie over bescherming van de Rijn tegen verontreiniging op 4 en 5 december 1973 te Bonn hebben de ministers onder meer de zogenaamde zwarte, grijze en beige lijsten goedgekeurd, in deze lijsten worden respec tievelijk de stoffen opgesomd waarvan het lozen dient te worden verboden, beperkt of aan bepaalde voorwaarden onderworpen. In de zwarte en grijze lijsten zijn met name bovenvermelde toxische stoffen opgenomen. Samenvatting Op grond van de hierboven besproken prin cipes zullen richtlijnen worden opgesteld waarbij het optimaal functioneren van het aquatisch milieu in het zuidelijk Deltabekken en de Westerschelde centraal staat. In prak tisch opzicht houdt dit in dat voor beide wateren gestreefd moet worden naar een zo groot mogelijke vermindering van de lokale belasting met verontreinigingen. Mede in verband met het specifieke karakter van de sanering van het zuidelijk Deltabekken zal onderscheid gemaakt worden tussen ver schillende categorieën richtlijnen. Afzonder lijke richtlijnen zullen gelden ten aanzien van de lozing van huishoudelijk afvalwater, van industrieel afvalwater, en van belangrijk ver ontreinigde watergangen. Daarnaast zijn specifieke richtlijnen te verwachten ter be perking van de belasting met verontreini gingen vanuit de agrarische sector, vanaf beroeps- en pleziervaartuigen, en vanuit het inlaatwater. In dit artikel gaan we op de uitwerking van de verschillende richtlijnen niet in. We volstaan met het uitspreken van de ver wachting dat een saneringsbeleid, gerelateerd aan een waterkwaliteitsbeheer dat gebaseerd is op wetenschappelijk gefundeerde criteria, een grote bijdrage zal kunnen leveren in het tegengaan van negatieve en het stimuleren van positieve ontwikkelingen in het aquatisch milieu van zuidwest Nederland. Bijlagen van de tekst van het communiqué dat gepubliceerd is na afloop van de te Bonn op 4 en 5 december jl. gehouden Ministeriële Conferentie over de verontreiniging van de Rijn Stoffen, waarvan de lozing in de wateren van iet Rijnbekken de volksgezondheid kan leïnvloeden of een gevaar daarvoor kan ipleveren (Niet-limitatieve lijsten welke periodiek her ziening behoeven) Lijst I (zwarte lijst) De zwarte lijst omvat de volgende stoffen: Organische halogeenverbindingen, organische siliciumverbindingen, welke zodanige stoffen in het water kunnen doen ontstaan, orga nische fosfor- en tinverbindingen (pesticiden), met uitzondering van die welke zich snel in het water in biologisch onschadelijke stoffen omzetten. Stoffen waarvan de kankerverwekkende aard wetenschappelijk is erkend. Kwikzilver, cadmium en verbindingen van deze metalen. Lijst II (grijze lijst) De lozing van de volgende stoffen in de wateren van het Rijnbekken dient streng te worden beperkt: Stoffen, welke een slechte smaak en een slechte reuk kunnen veroorzaken zomede verbindingen, welke tot de vorming van zo danige stoffen in het water kunnen leiden. Minerale oliën. Metalen, metalloïden en hun verbindingen, zoals: zink seleen tin vanadium koper arseen barium nikkel antimoon beryllium chroom molybdeen borium lood titaan uraan - Cyaniden en fluoriden. - Biociden en hun derivaten, voor zover zij niet onder de bepalingen van lijst I vallen. Lijst III (beige lijst) Stoffen welke nadelige veranderingen in het water teweeg brengen en voor welke het noodzakelijk is, de ontwikkeling zeer oplet tend te volgen en het gehalte langzamerhand te verminderen. - Stoffen welke de zuurstofhuishouding be ïnvloeden: Ammoniak, nitrieten. - Nitraten. - Stoffen, welke bij intensief gebruik in staat zijn de kwaliteit en het benutten van het water, waarin zij worden toegevoerd, ernstig in gevaar te brengen: Calcium- en magnesiumsulfaat, calcium- en magnesiumchloride, fosfaten. 445

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 17