maak bij de inrichting en het beheer gebruik
van de mogelijkheden van het terrein en de
spontane ontwikkeling om te komen tot een
nieuw hoog te waarderen milieu; langs deze
weg is het onder andere mogelijk dat het
zelfde gebied een grotere diversiteit krijgt dan
het voorheen onder getij-omstandigheden had.
Maar wat moet men doen om de mogelijk
heden van spontane ontwikkeling goed te
benutten? Hoe en wanneer ontstaan de
nieuwe natuurwaarden? Krijgt men wel hogere
natuurwaarden als men iets doet of nalaat?
Dit soort vragen vormen onderwerpen van
studie van de afdeling Milieu-Onderzoek van
de Deltadienst. In het kader van deze studies
is in 1973 een onderzoek uitgevoerd naar de
vegetatie van het Aardbeieneiland, een zand
plaat waarop sinds de afsluiting van het
Veerse Meer in 1961 een vrijwel spontane
ontwikkeling heeft plaats gevonden.
grens ligt op 80 cm. Op deze zandige bodem
wordt thans een humuslaagje gevormd. Sinds
de afsluiting in 1961 hebben op het eiland
spontane ontwikkelingen plaatsgevonden. Er
is zand verstoven en elders weer afgezet;
het zoute zand is ontzilt; de bodem is gerijpt
en de vegetatie heeft een bepaalde successie
doorlopen. De algemene aanblik van het
eiland wordt in 1973 bepaald door een wilgen
struweel van 4 tot 7 m hoog en een rietzoom
langs grote delen van de oever. De zoet
watervegetatie kon ontstaan dank zij een
zoetwaterbei die zich na de afsluiting ont
wikkelde. De grens met het zoute water
bevindt zich momenteel onder het eiland op
4 tot 5 m beneden N.A.P.
Het vermoeden bestaat dat de zoetwaterlens
zich pas enige jaren na de afsluiting kon
beginnen te ontwikkelen, aangezien de
Het Aardbeieneiiand
Het Aardbeieneiland is ongeveer 4,7 ha groot.
Het hoogste punt ligt op N.A.P. 45 cm. De
lengte-as van het eiland is 375 m lang en
loopt in Noord-Zuid richting. De grootste
breedte van het eiland bedraagt 150 m.
Het eiland wordt omgeven door een brede
ondiepe vooroever. Er is geen oeververdedi
ging aangebracht. Het meerwater rondom het
eiland is brak, het chloridegehalte varieert
van 10-15 <Voo Cl.
Het waterpeil ligt 's winters op N.A.P. - 70 cm
en van april tot november ongeveer op
N.A.P.
De bodem is zeer homogeen van samenstel
ling; hij bestaat uit voedselarm, kalkrijk zand Fig. 1. Situatie van het Aard-
met een zeer gering lutumgehalte. De aëratie- beieneiland in het Veerse Meer
447