1
\fb. 1. Diepe inhammen in de
ever als gevolg van verdronken
eulen op het voormalig slik
fb. 2. Hompelvoet. Een
nregelmatig getande oever-
n met inhammen, steile
indjes, strandruggen en
i aften
k ein, doch op enkele plaatsen komen ook
c ote en complexe schoorwallen voor, zoals
a in de zuidwestzijde van de Veermansplaat
ie afbeelding 4). Het uiteinde van de schoor-
val is vaak gebogen in de richting van het
lc nd. Bij het aangroeien van de schoorwal
k innen zich verschillende van deze bogen
o itwikkelen, zoals op de foto duidelijk is te
z an. Soms groeit de boog vast aan het land
e i ontstaat er een haf.
A m de zuidoostpunt van de Hompelvoet
h bben zich vanuit twee richtingen schoor-
willen ontwikkeld, zowel vanaf de noord-
zi de als vanaf de zuidzijde. Eenmaal samen-
g groeid vormen zij een complex van
schoorwallen en haffen. Het materiaal waar
in de schoorwallen is opgebouwd bestaat
m iestal uit een mengsel van zand en over-
w gend schelpen.
459