bedroeg de significante golfhoogte 3,8 m. en
de gemiddelde golfperiode 6,0 sec. Ter
plaatse van het meetstation Ha VI waren de
overeenkomstige waarden 3,0 m en 6,0 sec.
Bij het meetpunt E '70 bedroegen ze 1,2 m en
4,3 sec. Over het algemeen waren de gemeten
waarden wat lager dan tijdens de oktober-
storm. De oorzaak daarvan ligt voornamelijk
in de wat lagere windsnelheden.
In december traden weer enkele stormen op,
de zwaarste op 14 december. De hoogste
golven werden toen gemeten tijdens het
hoogwater van 18 uur. Bij een waterstand van
N.A.P. 3,0 m zijn langs de zeewaartse
rand van de Oosterscheldemond significante
golfhoogten van 4,7 m gemeten. De daarbij
behorende gemiddelde periode bedroeg 6,4
sec. Langs de zeewaartse rand van de mond
van het Haringvliet bedroegen deze waarden
respectievelijk 3,7 m en 7,4 sec. Ter plaatse
van het damtracé in de Oosterschelde was de
golfbeweging aanzienlijk gedempt, en wel tot
waarden van 2,5 m en 5,2 sec. In de mond
van het Haringvliet was de golfbeweging ter
plaatse van E '70 gereduceerd tot respectieve
lijk 0,8 m en 4,2 sec.
Uit de bespreking blijkt dat de onderwater
delta een reducerend effect heeft op de naar
binnen lopende golven. Deze reductie wordt
voornamelijk veroorzaakt door de breking der
golven. Ze heeft tot gevolg dat er bij een
bepaalde waterdiepte een bovengrens is aan
de mogelijke golfhoogten.
Om er een indruk van te geven in hoeverre de
besproken najaarsstormen nu vergelijkbaar
zijn met de zeer zware stormen van 12 en 13
november 1972 (Bericht 63, februari 1973) en
die van 2 en 3 april 1973, zijn de golfenergie-
dichtheidsspectra, de significante golfhoogten
en de gemiddelde golfperioden van metingen
bij gelegenheid van al die stormen in punt
BG II weergegeven (fig. 8 en tabel II). Dan
blijkt dat de stormen gemeten naar de golven
die ze opriepen voor de kust van het Delta
gebied, ongeveer even zwaar waren. Alleen
de novemberstorm van het afgelopen najaar
was iets minder zwaar.
Niet ieder jaar kent een even zwaar storm
seizoen. Uit een vergelijking van de over
schrijdingsfrequenties van windsnelheden
voor de periode september-december van de
jaren 1970 tot 1972 met de overeenkomstige
waarden voor najaar 1973 blijkt dat 1973 een
zeer 'onrustig' stormseizoen heeft gehad. Het
aantal stormen waarin windsnelheden van
meer dan 18 m/sec voorkwamen, lag in 1973
ongeveer zesmaal zo hoog als in de andere
jaren.