populaties van de levensgemeenschap ener zijds en bij voorbeeld stoffen, een medium en een substraat voor het niet levende milieu anderzijds. Met deze systeembeschrijving weet men nog niet hoe een ecosysteem werkt. Een systeem kan alleen maar werken en in stand blijven als er energie wordt toegevoerd. Dat geldt natuurlijk ook voor een ecosysteem. De belangrijkste energiebron voor de eco systemen op aarde is het zonlicht. De zonne- energie wordt gebonden door planten, algen en andere zogenaamde primaire producenten en omgezet in plantaardig weefsel of cellen. Planten en algen worden gegeten door plan- tenetende organismen, die in het systeem fungeren als consumenten, maar tegelijk als secundaire producenten. Deze herbivoren kunnen immers op hun beurt weer gegeten directe omgeving. Dieren die planten eten krijgen dus behalve energie die bij de ver tering vrijkomt ook deze bouwstoffen naar binnen. Uiteindelijk wordt echter alle dode organische stof afgebroken door micro organismen en dan komen die bouwstoffen weer vrij voor opname door planten en algen. Zulke kringlopen noemt men stofkringlopen. Na gesproken te hebben van de hiërarchische organisatie, de energiestroom en de stof kringlopen komen we nu op een vierde be langrijk kenmerk van ecosystemen, namelijk hun homeostasis, dat is hun gelijk blijven in de tijd, hun zichzelf instandhouden. Ecosystemen en hun subsystemen kunnen zichzelf instandhouden doordat op alle integratieniveau's zogenaamde terugkoppe lingsmechanismen voorkomen. Dat wil zeggen dat een bepaald proces ge- ORG. MODDERLAAG NUTRIËNTEN TOEVOER UIT OMGEVING AFSTERVEND PLANKTON NUTRIËNTEN UIT BODEM EN DOOD PLANKTON NUTRIËNTEN AFVOER VIA RIVIER PRODUKTIE ZONE I I GEMIDDELD j LICHTNIVEAU WAARBIJ I NOG NET PRODUKTIE PLAATSVINDT worden door carnivoren. Alle dode organis men, zowel planten als dieren, worden door micro-organismen - bacteriën en schimmels - afgebroken tot anorganische verbindingen. De oorspronkelijke zonneënergie wordt dus via planten, herbivoren en carnivoren en micro-organismen doorgegeven en uiteinde lijk wordt alle door de primaire producenten gebonden energie omgezet in warmte. Een dergelijke energiestroom noemt men een voedselketen; de stadia in de voedselketen noemt men trofische niveau's. De termen primaire, secundaire en tertiaire producenten slaan dus op de plaats die deze organismen innemen in de voedselketen. Planten en algen hebben voor hun opbouw niet alleen energie maar natuurlijk ook bouwstoffen nodig, zoals fosfor, stikstof en koolstof. Zij nemen deze stoffen op uit hun Fig. 2. De nutriëntenkringloop in een meer. De afbraak van dode organische stof vindt zo wel in het water als in de bodem plaats 435

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 7