(jscharendijke
Odreischor Os|rjansland
o melissant
menten zal op den duur de invloed van het Fig. 4. Landschapseenheden
meerwater, mede door de weerstand van de in het Grevelingenmeer
toenemende vegetaties, geremd worden.
Uiteindelijk zal een evenwichtssituatie ont
staan. De vegetatie zal zeker de eerste tijd
een laag en kruidachtig karakter blijven
behouden en veel zoutminnende en zout-
tolerante soorten bevatten.
Dit grootschalige landschapstype wordt veel
gevonden op de Slikken van Flakkee, de
Slikken bij Battenoord, voor Dijkwater en
Bommenede, tussen Springersgors en Preek-
hilpolder, en aan de noord- en noordoostzijde
van respectievelijk de Hompelvoet en de Veer
mansplaat. Kreken worden, behalve op de
Slikken van Flakkee, aangetroffen op de
Slikken bij Bommenede.
De hoge op- en aanwassen
Dit zijn die delen van de drooggevallen zand-
aanwassen en platen, die door hun ligging
tussen N.A.P. 50 cm en 1 m voor altijd
buiten de directe invloed van het meerwater
zijn komen te liggen. Grenst zo'n hoger deel
aan een geul van het meer, dan kunnen
afslagoeverranden ontstaan. Hoge op- en
aanwassen treft men aan op het middendeel
van de Slikken van Flakkee, de zuid- en
noordwestoever van de Hompelvoet, delen
van de noord- en westoever van de Veer
mansplaat en delen van de Stampersplaat,
de Dwars-in-de-weg, de Kabbelaarsbank en
de Slikken bij Bommenede.
Door windinvloed kunnen grote delen van de
oeverzone over een breedte van 100 m onder
invloed van zout stuifwater komen te staan.
De zoutinvloed wordt weerspiegeld in de
soorten die men op dergelijke oeverzones
aantreft. Dit zijn op de lagere delen Zeekraal
en meer hoger en landinwaarts voornamelijk
Schorrekruid. Zeeaster, Schijnspurriesoorten,
Loogkruid, Strandmelde, Ganzevoetsoorten,
Rood zwenkgras, Melkkruid, Zeeraket, Herts
hoornweegbree en zo hier en daar Helm,
Biestarwegras of Strandkweek. Deze vegetatie
verkeert in een zodanig pionierstadium, dat
van enige relatie tussen de planten nog
nauwelijks sprake is. De soortensamenstelling
omvat vertegenwoordigers van uiteenlopende
vegetatietypen. Een prognose over de ont
wikkelingen is moeilijk te geven, doch het
halofiele karakter zal blijven.
Op andere plaatsen is er een geleidelijke
overgang van de lage naar de hoge delen.
Voorbeelden hiervan zijn te vinden aan de
noordoostkant van de Veermansplaat, de
noordzijde van de Hompelvoet, delen van de
Slikken van Bommenede, de Dwars-in-de-weg
502